Spelling H3

Wat we al hebben gehad:
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat we al hebben gehad:
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Onvoltooid deelwoord
Bijvoegelijk gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Hoe op de toets?
Zin waar werkwoord moet worden ingevuld.
Ik (zijn) op school. => invullen : ben / was 
Staat soms welke tijd, anders moet je het uit de zin halen.

Slide 3 - Tekstslide

Dat heeft me altijd [verbazen].

Slide 4 - Open vraag

Ik [betalen, (v.t.)] voor de panini.

Slide 5 - Open vraag

[worden (t.t.)] je ook zo moe van werkwoordspelling?

Slide 6 - Open vraag

De werkwoordspelling heb ik altijd [haten].

Slide 7 - Open vraag

Wij [zijn] gisteren te laat aanwezig in de les van meneer Beijk.

Slide 8 - Open vraag

Vorige week (beelden) de kinderen op de weeksluiting een sprookje uit.

Slide 9 - Open vraag

Zijn zusje wordt ’s zomers nooit bruin, maar ze (vervellen) wel.

Slide 10 - Open vraag

onvoltooid deelwoord
Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets bezig is of dat iemand zich zo voordoet. 

Slide 11 - Tekstslide

onvoltooid deelwoord

Je schrijft een onvoltooid deelwoord altijd hetzelfde:
hele werkwoord  + d:
fluitend
lopend
wachtend

Slide 12 - Tekstslide

Onvoltooid deelwoord

Slide 13 - Tekstslide

bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
Er wordt van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord gemaakt.

Slide 14 - Tekstslide

Bijvoeglijk voltooid deelwoord
Je schrijft het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord met een extra -e.
voltooid deelwoord: gerend
bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: gerend+e
de gerende afstand

voltooid deelwoord: gefietst
bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: gefietst+e
de gefietste afstand

Slide 15 - Tekstslide

Bijvoeglijk voltooid deelwoord
Je schrijft het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord zo kort mogelijk.
gefietst - de gefietste afstand
vergroot - de vergrote foto
gehaat - de gehate toets

Let op dat je wel de algemene spellingregels toepast, dus soms heb je wel een extra letter nodig voor de uitspraak.
besmet - de besmette leerling

Slide 16 - Tekstslide

Bijvoeglijk voltooid deelwoord
Als het voltooid deelwoord al op -en eindigt (en dus onregelmatig is) dan schrijf je het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord gewoon hetzelfde. De uitzondering is dus juist de makkelijkste vorm.

gelopen - De gelopen afstand was 13 kilometer.
geslagen - Het geslagen kind huilde heel erg hard.
vergeten - Het vergeten werk ligt nog thuis.

Slide 17 - Tekstslide

Bijvoeglijk voltooid deelwoord
=> Ik vergrootte de foto.
vergrootte is persoonsvorm in de verleden tijd

=> Ik hou van vergrote foto’s.
hou is de persoonsvorm
vergrote is een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Slide 18 - Tekstslide

De (vallen) oude man had zijn been behoorlijk bezeerd

Slide 19 - Open vraag

Van het (kneden) deeg werd een heerlijk worstenbrood gemaakt.

Slide 20 - Open vraag

De (aanbranden) aardappels heb ik weggegooid.

Slide 21 - Open vraag

De politie gaf een bekeuring aan de (stoppen) coureur.

Slide 22 - Open vraag

Het (verloten) kado werd weggegeven aan tante Beppie.

Slide 23 - Open vraag

Verder met WW App Blink
Straks start met grammatica!

Slide 24 - Tekstslide