Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek en pen/papier.
Spullen niet op orde: BV op Magister.
Huiswerk niet op orde: HV op magister (ook als je huiswerk voor een deel af is).
Mobiele telefoons => bij start van de les in je tas. Een mobiele telefoon is alleen toegestaan als de docent het aangeeft.
Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.
Slide 3 - Tekstslide
Plattegrond invoegen
Slide 4 - Tekstslide
PTD rapportperiode 1
Slide 5 - Tekstslide
PTD rapportperiode 1
Slide 6 - Tekstslide
Woorden van de week
Slide 7 - Tekstslide
Woorden van de week
Euforie: gevoel van extreme vreugde
Grofweg: ongeveer
Lijzig: slungelig
Robuust: krachtig en stevig
Wrikken: iets losmaken door heen en weer te bewegen
Slide 8 - Tekstslide
Week 46 15 november t/m
19 november 2020
Agenda
Huiswerk week 46: ......
Leesboeken!
Hw niet ingeleverd: nablijven
..........: so over twee boeken.
Code LessonUp: ftozd
Slide 9 - Tekstslide
Maar eerst...
even ontspannen met een goed boek!
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen
Deze week:
leer je hoe je een verhaal uit verschillende perspectieven kunt schrijven.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Controleer je huiswerk van week 45. De antwoorden bespreken we in de les!
Slide 13 - Tekstslide
Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.
Slide 14 - Tekstslide
26. Perspectief
Slide 15 - Tekstslide
26. Perspectief
Slide 16 - Tekstslide
26. Perspectief
Slide 17 - Tekstslide
26. Perspectief
Slide 18 - Tekstslide
26. Perspectief
Slide 19 - Tekstslide
26. Perspectief
Slide 20 - Tekstslide
26. Perspectief
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Klassikaal
Maken
Opdracht 5 bladzijde 107
Slide 23 - Tekstslide
Weektaak fictie
Lees de uitleg op bladzijde 106 en 108
Maak opdracht 1 en 2 op bladzijde 106 en 1073
Slide 24 - Tekstslide
Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
weet je hoe je levensechte personages verzint voor je verhaal?
Slide 25 - Tekstslide
Nakijken huiswerk
Week 45
Slide 26 - Tekstslide
25. Personages (p. 103)
1 Bijvoorbeeld:
a Scooby Doo
b de GVR
c E.T.
d Sherlock Holmes
e Willie Wortel
Slide 27 - Tekstslide
25. Personages (p. 103)
2 Bijvoorbeeld: De Disney-film Frozen uit 2013.
- Hoofdpersoon: Elsa
- Helper: Anna
- Schurk: Prins Hans
- Bijfiguren: Kristoff, Olaf (sneeuwpop), Sven (rendier)
Slide 28 - Tekstslide
25. Personages (p. 103)
3 a Bijvoorbeeld: jaloers, machtsbelust, manipulatief
b Eigen antwoord.
c Eigen antwoord. Let op dat de tekst is geschreven in de ik-vorm.
Slide 29 - Tekstslide
OK!
Als je hier bent aangekomen, dan heb je je weektaak Nederlands afgemaakt!!!