WK 04 GPL FR

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bienvenue
Welkom bij GPL FRANS!

In deze les heb ik jouw ogen en jouw oren nodig en soms jouw antwoorden of mening.
Op de volgende slide wordt uitgelegd hoe d
wat je gaat leren en hoe.
On y va!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Qu'est-ce qu'on va faire?
Wat gaan we doen?
Je krijgt een verhaal te zien en te horen in het Frans.
Zodra jij iets ziet of hoort dat niet duidelijk is, steek dan een handje op.
Het is mijn taak om het voor jou begrijpelijk te maken.
Het is jouw taak om te laten weten wanneer het (nog) niet begrijpelijk is voor jou.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Une famille, c'est quoi, pour toi?
Als je denkt aan een standaard gezin, hoe ziet dat er uit, volgens jou?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ici une famille: un père, une maman, un frère, une soeur, une tante, un oncle, un cousin, une cousine, etcetera...

Slide 5 - Tekstslide

C'est qui sur la photo ?
Famille moderne: qui a des parents divorcés ? qui a deux pères ou deux mères ? qui a une grande / petite famille ? 
Tu as une grande famille ou une petite famille? Heb jij een grote familie of een kleine familie?
Moi, j'ai ....

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tu as des frères ou des soeurs?
Heb jij broers of zussen?
Oui, j'ai ..... et .....
Non, je n'ai pas de frères ni des soeurs.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Le garçon à gauche, il est content ou triste?
Le père au milieu, il est content ou fâché?

Slide 8 - Tekstslide

C'est qui sur la photo ?
Famille moderne: qui a des parents divorcés ? qui a deux pères ou deux mères ? qui a une grande / petite famille ? 
Comment tu te sens aujourd'hui? Hoe voel jij je vandaag?
Je me sens content(e) -tevreden, blij,
triste - verdrietig,
fâché -boos, bien -goed

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tu as un animal domestique?
Heb jij een huisdier?
Oui, j'ai ....
Non, je ne l'ai pas.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Qu'est-ce que tu prends au frigo quand tu voudras un goûter?
Wat pak jij uit de koelkast als je trek krijgt en iets tussendoor zou willen eten?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Une histoire
Er volgt nu een kort verhaal in het Frans.
Beluister en bekijk eerst het verhaal tot aan het einde.
Is er dan iets onduidelijk?
Steek dan je handje op.
Schrijf je vraag in de chat.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Une famille bizarre
Il y a une famille bizarre.
Dans la famille, il y a un papa, un garçon et un loup.
Le loup va au frigo, il ouvre le frigo et il voit un poulet.
Il prend le poulet, il mange le poulet.
Le papa est très fâché.
Le loup est triste parce que le papa est fâché.
Alors, le loup pleure.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar ging het verhaal over? Schrijf op wat je hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Un loup est ...?
A
Een vos.
B
Een jongen.
C
Een wolf.
D
Een beer.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Un papa est ...?
A
Un garçon
B
un enfant
C
un animal
D
un père

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Un loup est ...
A
un animal domestique
B
un petit animal
C
un animal sauvage
D
un être humain

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vrai?
Welke is waar?
A
La famille est bizarre.
B
Le garçon mange beaucoup.
C
Le papa est content.
D
Le loup est fâché.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Faux?
Welke is niet waar?

A
Le loup mange le poulet.
B
Le loup mange le garçon.
C
Le papa est fâché.
D
Le loup pleure.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Traduis: 'Il ouvre le frigo'.

A
Zij opent de koelkast.
B
Hij opende de koelkast.
C
Zij sluit de koelkast.
D
Hij opent de koelkast.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: 'Il voit le poulet'.
A
Hij ziet de kip.
B
Hij vrat de kip.
C
Hij zag de kip.
D
Hij ziet de wolf.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Est-ce que tu aimes le poulet?
Houd jij van kip?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bien fait!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel heb je van deze les begrepen?
0100

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je deze GPL Frans?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Geef me 1 tip en 1 top.
Merci!

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Merci beaucoup
et 
à bientôt!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies