WK 05 GPL FR

GPL FRANS
C
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

GPL FRANS
C

Slide 1 - Tekstslide

Bienvenue
Welkom bij GPL FRANS!

In deze les heb ik jouw ogen en jouw oren nodig en soms jouw antwoorden of mening.
Op de volgende slide wordt uitgelegd
wat je gaat leren en hoe.
On y va!

Slide 2 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire? Wat gaan we doen?

Wat ga je leren? 
We herhalen wat we de vorige les hebben besproken en we lezen verhalen in het Frans.
Het is jouw taak om te laten weten als iets niet duidelijk is.
Het is mijn taak om het begrijpelijk voor jou te maken.
Au travail!

Slide 3 - Tekstslide

Comment tu te sens aujourd'hui?
fâché / mal /ça va / content(e) / bien
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

On répète:
Lees het verhaal.
Bekijk de plaatjes.
Beantwoord daarna de vragen.

Slide 5 - Tekstslide

L'histoire
Il y a une famille bizarre.
Dans la famille, il y a un papa, un garçon et un loup.
Le loup va au frigo, il ouvre le frigo et il voit un poulet.
Il prend le poulet, il mange le poulet.
Le papa est très fâché.
Le loup est triste parce que le papa est fâché.
Alors, le loup pleure.

Slide 6 - Tekstslide

Vertel in eigen woorden wat je hebt begrepen van het verhaal.

Slide 7 - Open vraag

Zet in de juiste volgorde: Il y a une famille bizarre.
Alors, le loup pleure. Le loup va au frigo, il ouvre le frigo et il voit un poulet.
Il prend le poulet, il mange le poulet.
Le loup est triste parce que le papa est fâché.
Dans la famille, il y a un papa, un garçon et un loup. Le papa est très fâché.

Slide 8 - Open vraag

Welke zin hoort bij het plaatje?

A
Il y a un loup, un père et un garçon.
B
Il y une famille bizarre.
C
Il prend le poulet.
D
Il va au frigo.

Slide 9 - Quizvraag

Quel est un animal?
Welke is een dier?
A
Un homme
B
une femme
C
Un loup
D
Un corps humain

Slide 10 - Quizvraag

Welke is geen familielid?
A
l'ongle
B
le père
C
la tante
D
la cousine

Slide 11 - Quizvraag

Welke vertaling is juist?
Le loup est triste, il pleure.
A
De loep is aan het huilen
B
De wolf is verdrietig, hij valt.
C
Het is een trieste wolf die gevallen is.
D
De wolf is verdrietig, hij huilt.

Slide 12 - Quizvraag

Qu'est-ce qu'il fait?
A
Il mange
B
Il parle
C
Il pleure
D
Il est fâché

Slide 13 - Quizvraag

Manges-tu?
du chocolat / un hamburger / du cheval / du chat / des escargots / du pâté?

Slide 14 - Open vraag

Comment est un loup?
grand / petit / timide / sympa / méchant

Slide 15 - Open vraag

Es-tu triste quand ...
ton père mange ta crêpe au nutella?

Slide 16 - Open vraag

Le loup est triste et il pleure parce qu'il ...n'a pas de famille / n'a pas de copain/ copaine / n'a pas de Ben & Jerry's ...?

Slide 17 - Open vraag

Schrijf een verhaaltje in het Frans. Gebruik alleen de woorden die vandaag hebt geleerd. Je mag ook het gelezen verhaaltje herschrijven. Begin je verhaal met 'il y a...'

Slide 18 - Open vraag

Hoeveel woorden heb je geschreven?

Slide 19 - Open vraag

Bien fait!

Slide 20 - Tekstslide

Deze les vond je:
heel moeilijk / moeilijk / redelijk / makkelijk / heel makkelijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll