Les 9 - Koning en Parlement (deel I)

Geschiedenis van de Democratische Rechtsstaat in Nederland
H2 De opmars van het parlement
(tot 1848) deel III
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis van de Democratische Rechtsstaat in Nederland
H2 De opmars van het parlement
(tot 1848) deel III

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
Leren 2.1

Slide 2 - Tekstslide

Nadat -met behulp van de Fransen- de stadhouder is verjaagd in 1795, komt er een nieuwe staat, namelijk:
A
Koninkrijk Holland
B
Bataafse Republiek
C
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
D
Bataafse Gemenebest

Slide 3 - Quizvraag

De broer van de Franse keizer die koning wordt in ons land heette:
A
Willem Napoleon
B
Napoleon Bonaparte
C
Lodewijk Napoleon
D
Guillaume Bonaparte

Slide 4 - Quizvraag

De veranderingen in het staatsbestel die plaatsvonden in de 'Franse Tijd' kun je grofweg samenvatten als:
A
Van heel democratisch naar redelijk democratisch
B
Van redelijk democratisch naar heel democratisch
C
Steeds democratischer
D
Van redelijk democratisch naar weinig democratisch

Slide 5 - Quizvraag

Geschiedenis van de Democratische Rechtsstaat in Nederland
H2 De opmars van het parlement
(tot 1848) deel III

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les moet je:
  • De veranderingen kunnen uitleggen die plaatsvonden tussen 1813 en 1840 als je kijkt naar het bestuur van ons land.
  • Kunnen analyseren in hoeverre je dit bestuurssysteem democratisch zou noemen.

Slide 7 - Tekstslide

  • 1813: Napoleons veldtocht in Rusland is mislukt
  • Zoon van Willem V wordt verzocht de ‘soevereine macht’ op zich te nemen
  • Landing in Scheveningen in november 1813
  • 1814 nieuwe constitutie: Nederland blijft een eenheidsstaat
  • Nederland: constitutionele monarchie





Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Na Waterloo: bij het Congres van Wenen in 1815  nieuwe Europese grenzen vastgelegd


Nederland en België samengevoegd:
  • Sterke buffer boven Frankrijk
  • Willem I wil graag meedoen op Europees toneel

Verenigd Koninkrijk:
  • Eenheidstaat
  • Vrijheid godsdienst
  • Scheiding kerk en staat
  • Nieuwe grondwet > veel macht koning


Slide 10 - Tekstslide

Tekst
Eerste Kamer

  • Edelen, door koning benoemd
  • Dus geen echte volksvertegenwoordiging
  • Willem I kon Koninklijk Besluit afkondigen: net zo bindend als een wet



Tweede Kamer

  • Indirecte verkiezingen (via Provinciale Staten)
  • Recht van initiatief - koning kon deze negeren
  • Willem I kon Koninklijk Besluit afkondigen: net zo bindend als een wet



Slide 11 - Tekstslide

Wat voor soort mensen, verwacht je, mochten stemmen voor de (Provinciale Staten en dus voor de) Tweede Kamer?

Slide 12 - Woordweb

Willem I

  • Advies: Raad van State. (zelf voorzitter en hij benoemde de leden)
  • Kon beide Kamers ontbinden - nieuwe verkiezingen uitschrijven
  • Kon ministers benoemen en ontslaan
  • Ministers: alleen verantwoording aan koning schuldig
  • Koning bepaalde buitenlands beleid / koloniën / leger / vloot / benoemde rechters
  • Conclusie: Koning vrijwel alle macht en geen scheiding van machten






Slide 13 - Tekstslide

Wat is er nog over van het staatsbestel van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden?

Slide 14 - Open vraag

Willem was niet de enige….

 

  • Na val Napoleon: ‘restauratie’ in Europa
  • Vorsten met veel macht bepaalden politiek en dus:  Volkssoevereniteit…? 


Slide 15 - Tekstslide

Omschrijf de manier van regeren van Willem I in twee woorden

Slide 16 - Woordweb

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les moet je:
  • De veranderingen kunnen uitleggen die plaatsvonden tussen 1813 en 1840 als je kijkt naar het bestuur van ons land.
  • Kunnen analyseren in hoeverre je dit bestuurssysteem democratisch zou noemen.

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Leren blz 10
Maak 15

Slide 18 - Tekstslide