werkwoordspelling vt tt voltdw studiereader Th1 H3

Goedemorgen!

Wat gaan we vandaag doen?
- Wat is in het nieuws?
- Grammaticaregels doornemen
- Oefenen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!

Wat gaan we vandaag doen?
- Wat is in het nieuws?
- Grammaticaregels doornemen
- Oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Was de berichtgeving unaniem?
Wat waren de gevolgen?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!

Slide 12 - Tekstslide

hij juichde / juichte
A
Juichde
B
Juichte

Slide 13 - Quizvraag

de hond blafde / blafte
A
blafde
B
blafte

Slide 14 - Quizvraag

zij verhuisde / verhuiste
A
verhuisde
B
verhuiste

Slide 15 - Quizvraag

Ik vind / vindt je leuk
A
vind
B
vindt

Slide 16 - Quizvraag

hij brand / brandt zich
A
brand
B
brandt

Slide 17 - Quizvraag

vind / vindt je mij leuk?
A
vind
B
vindt

Slide 18 - Quizvraag

Het.......... (sneeuwen, vt) vorige week.

Slide 19 - Open vraag

..........(Verzenden, vt) je broer het cadeau nog een keer?

Slide 20 - Open vraag

De kachel..........(branden, tt) eindelijk goed.

Slide 21 - Open vraag

Vandaag..........(hagelen, vt) het ook heel even.

Slide 22 - Open vraag

Ik wil niet dat mijn broertje me..........(overhoren, tt).

Slide 23 - Open vraag

De racewagen..........(zoeven, tt) voorbij.

Slide 24 - Open vraag

..........(Melden, tt) jij even dat ik wat later kom.

Slide 25 - Open vraag

Deze vereniging..........(strijden, vt) al jaren voor de rechten van dieren.

Slide 26 - Open vraag

Albert Heijn ..........(verbouwen, tt) de supermarkt deze week.

Slide 27 - Open vraag

Het..........(bevreemden, vt) ons niet dat hij won.

Slide 28 - Open vraag

Zelf oefenen
Ga naar:
Taalblokken
Dashboard
Spelling en grammatica 3F
Hoofdstuk 02 spelling
Werkwoordspelling persoonsvorm verleden tijd

Slide 29 - Tekstslide