5.4 voortplanten

Welkom allemaal!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Herhaling §5.3
  • Bespreken §5.4
  • Opdrachten maken §5.4

Slide 2 - Tekstslide

Welke onderdelen van een plant eet jij zelf?
A
Bijna alle
B
De stengel en wortels
C
Alleen de vruchten
D
Zaden, vruchten en bladeren

Slide 3 - Quizvraag

Via welke onderdelen wordt water en mineralen opgenomen?
A
De wortels
B
De bladeren
C
De vruchten
D
De stengel

Slide 4 - Quizvraag

Via welke onderdelen wordt er koolstofdioxide opgenomen?
A
De wortels
B
De stengel
C
De zaden
D
De huidmondjes (bladeren)

Slide 5 - Quizvraag

Met welke onderdelen maakt de plant glucose?
A
Met de celkern
B
De bladnerf
C
De vacuole
D
De bladgroenkorrels

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet het proces waarbij glucose wordt gemaakt?

Slide 7 - Open vraag

Welke voedingsstof wordt onder andere uit glucose gemaakt?
A
Zetmeel
B
Water
C
Vitamine
D
Zouten

Slide 8 - Quizvraag

Waar worden eiwitten voor gebruikt?
A
Opslag van voedingsstoffen
B
Opbouw van de plant
C
Beschermen tegen ziektes
D
Insecten afstoten

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een knol?
A
Ui
B
Wortel
C
Aardappel
D
Rode-biet

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een bol?
A
Ui
B
Wortel
C
Aardappel
D
Rode-biet

Slide 11 - Quizvraag

5.4 voortplanting

Slide 12 - Tekstslide

Welke delen heeft een bloem?

Bloemen zijn de voorplanting van een plant.

(er ontstaan nieuwe planten)


1. Bloembodem: hierop zitten de andere delen van de bloem vast
2. Kelkbladeren: beschermen de bloem als ze nog in de knop zitten 
3. Nectarkliertjes: zitten onderin de bloem en maken zoete vloeistof (nectar)
4. Kroonbladeren: gekleurde bloemblaadjes
5. Stamper: zit middenin de bloem (voortplanting)
6. Meeldraden: rondom de stamper (voortplanting)

Slide 13 - Tekstslide

Waarvoor zijn meeldraden en stamper?




Meeldraden: bestaan uit de helmknop en de helmdraad.

Helmknoppen maken veel stuifmeel(korrels)

Stamper:  bestaat uit de stempel, stijl en vruchtbeginsel

vruchtbeginsel:  zitten de zaadbeginsels, in elke zaadbeginsel zit 1 eicel.

Stuifmeelkorrels(mannelijk) en de eicellen(vrouwelijk) zijn de voortplantingscellen van een plant.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Hoe komt stuifmeel op de stamper?
Bestuiving: stuifmeel van de ene bloem gaat naar de stamper van de andere 
Stempel van de andere bloem. 

Insectenbloem: Planten met opvallende en geurende bladeren die insecten aantrekken voor de bestuiving.

Windbloemen: Wind neemt het stuifmeel mee. Dezen bloemen hebben minder opvallende bladeren. 

Slide 16 - Tekstslide

Hoe ontstaan zaden?
Na de bestuiving moet de stuifmeelkorrel vanaf de stempel bij de eicel komen. ( vruchtbeginsel) onderin de stamper.

In het vruchtbeginsel zitten de zaadbeginsels met eicel.

bevruchting: wanneer de celkernen van de stuifmeelkorrel en de eicel samen smelten.

Wat gebeurt er na de bevruchting?
Kroonbladeren en kelkbladeren verschrompelen.
Vruchtbeginsel gaat groeien en wordt een vrucht, tegelijkertijd groeien er zaden in het zaadbeginsel.


Slide 17 - Tekstslide

Hoe worden zaden verspreid?
Zaden worden vespreid als ze nog in de vrucht zitten.

De vruchten rotten weg en de zaden blijven over. De zaden kunnen dan het volgend voorjaar ontkiemen.

zaadverspreiding kan door:
- de wind ( paardebloemen)
- dieren ( vogels) 
- de plant zelf (open knappen)

vogels eten bessen van allerlei bomen en struiken, ze eten dan alleen het vruchtvlees, de zaden poepen ze later op een andere plek weer uit. 



Slide 18 - Tekstslide

Wat gebeurt er in een plantenleven?
1. Zaad ontkiemt, er groeit een nieuwe plant.

2. Het plantje groeit uit tot een volwassen plant, de volwassen plant vormt bloemen.

3. Uit de bloemen ontstaan vruchten en zaden

4. De zaden worden vespreid, daarna gaat de plant dood.

Het gaat om een leven van een organisme --> Levenscyclus. 

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk:
  • leren § 5.1 t/m § 5.4
  • maken opdrachten § 5.4

Slide 20 - Tekstslide