KT2A samengestelde zinnen

Werkwoordspelling
 samengestelde zinnen en voegwoorden, persoonsvorm tt en vt
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
 samengestelde zinnen en voegwoorden, persoonsvorm tt en vt

Slide 1 - Tekstslide

Het huiswerk was:
KT:

Cursus 7
Paragraaf 11 Voltooid deelwoord
Paragraaf 12 Werkwoordalarm

TH:
Cursus 7
Paragraaf 10 Engelse werkwoorden
Paragraaf 11 Voltooid deelwoord
Paragraaf 12 Werkwoordalarm









Slide 2 - Tekstslide

In deze lessonup:
H1: samengestelde zinnen

en pv tt en vt

Doel: Aan het einde van de les kun je:
1. Een samengestelde zin herkennen.
2. De pv in samengestelde zinnen benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

samengestelde zinnen

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een samengestelde zin?

Slide 5 - Open vraag

Wij hebben gisteren een vis gevangen in de vijver
A
samengesteld
B
niet samengesteld

Slide 6 - Quizvraag

Daarover hebben we niks te klagen!
A
samengesteld
B
niet samengesteld

Slide 7 - Quizvraag

Maaike heeft een fiets gekregen, maar Pieter kreeg een boek
A
samengesteld
B
niet samengesteld

Slide 8 - Quizvraag

Wij hebben een boete omdat we fout geparkeerd stonden.
A
samengesteld
B
niet samengesteld

Slide 9 - Quizvraag

Noteer het voegwoord:
Wij hebben een boete omdat we fout geparkeerd stonden.

Slide 10 - Open vraag

Noteer het voegwoord:
Maaike heeft een fiets gekregen, maar Pieter kreeg een boek

Slide 11 - Open vraag

Noteer het voegwoord:
Ik ga met de fiets, want het is mooi weer.

Slide 12 - Open vraag

Noteer het voegwoord:
Het is droog, dus we kunnen buiten spelen.

Slide 13 - Open vraag

Persoonsvorm in samengestelde zinnen
Er zijn zinnen met één persoonsvorm -> Enkelvoudige zinnen
En er zijn zinnen met meer persoonsvormen -> Samengestelde zinnen

Zo vind je de PV in samengestelde zinnen
- De tijdsproef 
De webwinkel heeft beloofd dat mijn bestelling vandaag wordt verzonden.


Slide 14 - Tekstslide

Pv: ?

Kim heeft met haar kleine zusje een taart gebakken

Slide 15 - Open vraag

pv: ?
Morgen moet je hem maar gaan helpen.

Slide 16 - Open vraag

Ik ga fietsen, want ik wil niet lopen.

pv=

A
ga
B
fietsen
C
ga, wil
D
fietsen, lopen

Slide 17 - Quizvraag

Ik kan een samengestelde zin herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Ik kan in samengestelde zinnen de pv benoemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Huiswerk deze week:
KT: Paragraaf 13 + online trainen voor de toets
TH: Paragraaf 13 + 14 

Volgende week woensdag toets cursus 5 + 7
timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide