2BKT Zinsontleding pv,ow,wg

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Grammatica Zinsdelen

Week 9: paragraaf 2 herhaling leerjaar 1

BK: paragraaf 4 werkwoordelijk gezegde

KT: paragraaf 4 samengestelde zinnen

Week 10: paragraaf 6                      

paragraaf 8  

Week 11: Toets Grammatica Zinsdelen Cursus 5

Lesdoelen:

Herhaling 1: 

persoonsvorm herkennen

Herhaling 2:

onderwerp herkennen

Zelf zinnen schrijven met een 'ond' en 'pv'.

Lesdoelen

Herhaling: de persoonsvorm herkennen.

Lesdoel BK Jullie kennen het werkwoordelijk gezegde. 

Lesdoel KT: Jullie kennen samengestelde zinnen.

Stappenplan zinsdelen

1. Persoonsvorm
2. Zinsdelen verdelen
3. Onderwerp: Wie /  (wat) + pv?
4. Werkwoordelijk gezegde
5. Lijdend voorwerp: Wat + pv/wg  + ow ?  KT

Persoonsvorm

1. Maak een vraagzin:  de pv komt vooraan te staan. 
   
2. Zet de zin in een andere tijd: van tegenwoordige tijd naar verleden tijd. De pv is het woord dat verandert.
3. Verander het onderwerp in meervoud of enkelvoud, de pv verandert dan ook.

Het theater van Tilburg heeft een aanmoedigingsprijs voor elk talent.

Wat is de persoonsvorm?

1. voor
2. heeft
3. theater
4. talent

De prijs wordt elk jaar uitgereikt.



PV?

1. jaar
2. prijs
3. uigereikt
4. wordt

In Duitsland heeft een directeur straf gekregen.


PV?

Wat vind jij van deze deze gebeurtenis?


pv?

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Hoe vind je de persoonsvorm?

 Werkwoordelijk gezegde

• Het werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin.

• De persoonsvorm is onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.
  

• Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp 
  ‘doet’ .

Hoe kan ik het onderwerp van de zin vinden?

1. Zoek de persoonsvorm in de zin

2. Zoek het onderwerp (o) door: Wie of Wat voor de pv te zetten

Dus:  Wie /wat + pv?  =  onderwerp

Het onderwerp kan uit meerdere woorden bestaan.

Het blije kind viert vandaag zijn verjaardag.

Ontleed de volgende zinnen 

Noteer zo:

pv = 

ow = 

wg =

Op donderdag is het restaurant bij mij om de hoek gesloten.

Het regent nu al dagen.

Mijn zus gaat emigreren naar Zweden.

 Werkwoordelijk gezegde

• Let op: het woordje te voor een heel werkwoord hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde!
  

Bijvoorbeeld:

Ik heb veel te doen.

werkwoordelijk gezegde: heb te doen

Iedereen heeft goed geleerd voor de toets
wg =

1. Faye
2. heeft geleerd
3. Faye heeft
4. heeft

Daniël gaat vakantie vieren.
wg =

1. gaat
2. Daniël
3. vieren
4. gaat vieren

Rik gaat een website ontwerpen.
wg =

1. ontwerpen
2. een website
3. gaat ontwerpen
4. Rik

Lex maakt een mooi schilderij.

Werkwoordelijk gezegde =

Lex kan heel mooi schilderen.

Werkwoordelijk gezegde =

Lotas heeft gele en blauwe bloemen geschilderd.

Werkwoordelijk gezegde =

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

werkwoordelijk gezegde

Cheyenne

heeft

haar werk

goed

gedaan

Samengestelde zinnen

Twee zinnen die samengevoegd zijn met een signaalwoord (voegwoord) zijn samengestelde zinnen.

We doen aan het eind van de dag een spel.

Iedereen heeft het werk af.

We doen aan het eind van de dag een spel, omdat iedereen het werk af heeft.

samengestelde zinnen

Ik ga naar de dokter. Ik voel me ziek.

Ik ga naar de dokter, omdat ik me ziek voel.

Omdat ik me ziek voel, ga ik naar de dokter. 

Een zin kan ook beginnen met het voegwoord. Tussen de 2 persoonsvormen staat dan altijd een komma. 

We doen aan het eind van de dag een spel, omdat iedereen het werk af heeft. pv =

1. doen, spel
2. doen, heeft
3. doen, iedereen
4. doen, werk

Pv vinden

In een samengestelde zin gebruik je de tijdproef om de persoonsvormen te vinden.

Hoe zat dat ook al weer?

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

werkwoordelijk gezegde

Senna

moet

hard

lachen

Juul gaf haar vriendin een cadeaubon, omdat zij haar rijbewijs had gehaald.
Signaalwoord/voegwoord?

1. cadeaubon
2. omdat
3. had
4. gehaald

Juul gaf haar vriendin een cadeaubon, omdat zij haar rijbewijs had gehaald.
PV?

1. gaf, had, gehaald
2. gaf, had
3. gaf, rijbewijs, gehaald
4. had, gehaald

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

werkwoordelijk gezegde

Alvaro

zit

met

zijn haar

te

spelen

Ik kan al goed de pv en het werkwoordelijk gezegde in een zin aanwijzen.

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

Grammatica Cursus 5

paragraaf 4: Werkwoordelijk gezegde

paragraaf 4: Samengestelde zinnen

Maken opdracht 3 ( blz 212)

Klaar? Nakijken!

Dan: Numo, lezen of boekopdracht. 

Let op: Boekopdracht uiterlijk 14 februari inleveren!