Mentorles plannen /prestatiedruk
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar denk je aan bij het
woord prestatiedruk?
woord prestatiedruk?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Video
Hoeveel prestatiedruk ervaar jij op onderstaande gebieden? Hoe meer prestatiedruk je ervaart, hoe hoger het cijfer.
Op het gebied van school:
Op het gebied van school:
Slide 4 - Poll
Hoeveel prestatiedruk ervaar jij op onderstaande gebieden? Hoe meer prestatiedruk je ervaart, hoe hoger het cijfer.
Op het gebied van sport:
Op het gebied van sport:
Slide 5 - Poll
Hoeveel prestatiedruk ervaar jij op onderstaande gebieden? Hoe meer prestatiedruk je ervaart, hoe hoger het cijfer.
Op het gebied van vrije tijd:
Op het gebied van vrije tijd:
Slide 6 - Poll
Hoeveel prestatiedruk ervaar jij op onderstaande gebieden? Hoe meer prestatiedruk je ervaart, hoe hoger het cijfer.
Op het gebied van vrienden:
Op het gebied van vrienden:
Slide 7 - Poll
Hoeveel prestatiedruk ervaar jij op onderstaande gebieden? Hoe meer prestatiedruk je ervaart, hoe hoger het cijfer.
Op het gebied van uiterlijk:
Op het gebied van uiterlijk:
Slide 8 - Poll
Hoeveel prestatiedruk ervaar jij op onderstaande gebieden? Hoe meer prestatiedruk je ervaart, hoe hoger het cijfer.
Op het gebied van social media:
Op het gebied van social media:
Slide 9 - Poll
Waar heb je het hoogste cijfer gegeven?
Waaraan merk jij dat je druk ervaart?
Waaraan merk jij dat je druk ervaart?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Prioriteiten stellen
Proefwerk volgende week
Hoge prioriteit
Lage prioriteit
Voetbalschoenen kopen voor training vanmiddag
Praktische opdracht overmorgen af
Maakwerk voor volgende week
Maakwerk voor morgenochtend
SO leren voor over 5 dagen
Slide 12 - Sleepvraag
Over 8 dagen heb je een
belangrijke toets!
Wat is je reactie?
A
Ik maak nu een planning en begin vanavond GELIJK!
B
Oei... ik maak een planning en begin morgen of overmorgen
C
In het weekend ga ik eens een kijkje nemen
D
.... 8 dagen... dat is over een eeuwigheid!!!!
Slide 13 - Quizvraag
Morgen is de toets!
(zo voel ik me meestal)
A
Ik heb uitgebreid gepland en ben supergoed voorbereid
B
Ik had misschien iets beter kunnen leren, maar die voldoende komt goed
C
Oef... was ik maar eerder begonnen... hopen dat het goed komt
D
MORGEN EEN TOETS!!?!?!?!
