In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Herhaling H8
3 kader
Slide 1 - Tekstslide
Sommige kaas wordt in Nederland geïmporteerd. Wat kan hier een redenen van zijn:
A
consumenten meer keuze willen uit producten en merken.
B
de grondstoffen voor deze kaas in Nederland niet voorkomen.
C
deze kaas in het buitenland goedkoper gemaakt kan worden
Slide 2 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen noodhulp en structurele hulp?
Slide 3 - Open vraag
Is de volgende bewering juist of onjuist? Als een Duits bedrijf met een Frans bedrijf handelt, moeten er vreemde valuta gewisseld worden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Is de volgende bewering juist of onjuist?
Dankzij de euro kunnen EMU-landen makkelijker met elkaar handelen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Is de volgende bewering juist of onjuist?
De prijzen van producten uit Spanje kun je makkelijk vergelijken met de prijzen van producten uit Zweden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Nederland exporteert in een jaar 752 miljoen kaas voor 5,45 euro per kilo. Bereken de uitvoerwaarde.
Slide 7 - Open vraag
Een Zweeds bedrijf geeft de Nederlandse overheid advies over zonenergie. Welke uitspraak hieronder is juist? Voor Nederland is dit …
A
export van diensten naar het buitenland.
B
export van goederen naar het buitenland.
C
import van diensten uit het buitenland.
D
import van goederen uit het buitenland.
Slide 8 - Quizvraag
Nederland heeft een open economie. Leg uit wat een ‘open economie’ betekent.
Slide 9 - Open vraag
Importheffing is een voorbeeld van een protectiemaatregel. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld.
Slide 10 - Open vraag
Nederland heeft een sterke internationale concurrentiepositie. Waaraan heeft Nederland de sterke internationale concurrentiepositie te danken? Noem twee oorzaken.
Slide 11 - Open vraag
Leg uit hoe vrijhandel voor meer welvaart zorgt in de Europese Unie.
Slide 12 - Open vraag
Wat is importquota?
Slide 13 - Open vraag
Noem drie kenmerken van de Europese interne markt.
Slide 14 - Open vraag
Leg uit waarom een slechte infrastructuur een oorzaak kan zijn van de economische achterstand van ontwikkelingslanden.
Slide 15 - Open vraag
Als je de welvaart van landen wilt vergelijken, is het onvoldoende om alleen te kijken naar het inkomen per hoofd van de bevolking. Noem twee factoren waar je ook rekening mee moet houden.
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Open vraag
Een ander woord voor contingentering is …
A
Importverbod
B
Importquota
C
Importeren
D
Exportsubsidie
Slide 18 - Quizvraag
De overheid geeft in sommige gevallen exportsubsidie aan bedrijven. Wat is het doel van een exportsubsidie.
Slide 19 - Open vraag
Contingentering is een voorbeeld van een protectiemaatregel. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld ?