Pincode KB3 H8 Par 3

Pincode H8 Par. 3

Vrijhandel of niet

Vrijhandel betekent dat er geen beperkingen zijn bij handel tussen bedrijven in verschillende landen.Tussen de landen in de EU is er vrijhandel.

Er zijn geen handelsbelemmeringen (beperkingen) tussen de landen van de EU. Handelsbelemmeringen worden ook protectiemaatregelen genoemd. Het doel van protectiemaatregelen is om de bedrijven in het land te beschermen tegen producten van een ander land.



1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Pincode H8 Par. 3

Vrijhandel of niet

Vrijhandel betekent dat er geen beperkingen zijn bij handel tussen bedrijven in verschillende landen.Tussen de landen in de EU is er vrijhandel.

Er zijn geen handelsbelemmeringen (beperkingen) tussen de landen van de EU. Handelsbelemmeringen worden ook protectiemaatregelen genoemd. Het doel van protectiemaatregelen is om de bedrijven in het land te beschermen tegen producten van een ander land.



Slide 1 - Tekstslide

nadeel vrijhandel

Door buitenlandse concurrentie kunnen bedrijven in het eigen land failliet gaan.

Buitenlandse producten goedkoper --> nederlandse producerende bedrijven verkopen minder ---> personeel ontslagen ---> minder belasting voor overheid en meer uitkering voor overheid.

Dus neemt de overheid dan vaak protectiemaatregelen.

Slide 2 - Tekstslide

Protectionisme

Protectionisme is het beschermen van bedrijven in je eigen land tegen goedkopere producten uit het buitenland.

Voorbeelden van protectiemaatregelen zijn:

  • heffen van invoerrechten; invoerrechten zijn belastingen die bedrijven in Nederland moeten betalen over producten die worden gekocht in landen die niet horen bij de EU.
  • Regels maken voor producten uit landen die niet tot de EU behoren.
  • Invoerquota: Maximaal aantal producten per jaar maar toelaten (contingentering)
  • Invoerverbod: importerne van bepaalde goederen verbieden.
  • Exportsubsidies: producten die wij verkopen aan het buitenland goedkoper maken door de verkopende bedijven een subsidie te geven.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

voordelen vrijhandel

1)Landen gaan zich specialiseren in een bepaald onderdeel van het productieproces. Daardoor worden producten geproduceerd door het land dat dit het beste en het goedkoopste kan. Dit noemen we internationale arbeidsverdeling. Gevolg producten: goedkoper en beter.

2)Bedrijven kunnen hun producten en diensten verkopen in andere landen van de wereld.

Slide 8 - Tekstslide

Internationale concurrentiepositie
Internationale concurrentiepositie:
geeft aan in hoeverre een land in staat is om beter en/of goedkoper te produceren dan andere landen
  • Internationale  handel is belangrijk voor de Nederlandse welvaart want we zijn een open economie
  • Nederland moet een aantrekkelijke handelspartner zijn.
  • Sterke internationale concurrentiepositie wanneer goede kwaliteit geleverd wordt tegen een aantrekkelijke prijs.

Slide 9 - Tekstslide

  • Stel een Nederlandse boer krijgt subsidie op basis van de hoeveelheid melk die hij produceert.
  • Wat gebeurt er met de prijs van melk?
  • Wat zou een arme boer in Afrika hiervan kunnen merken?

Slide 10 - Tekstslide

WTO (World Trade Organisation)
  • Wereld Handelsorganisatie
  • Doel: internationale vrijhandel te bevorderen.
  • Helpen landen bij het maken van onderlinge afspraken over het afschaffen van protectiemaatregelen
  • Eis: concurrentie moet eerlijk verlopen
  • dus: fatsoenlijke arbeidsomstandigheden, geen kinderarbeid en bijv. dezelfde milieuregels
8.3 Vrijhandel of niet? (deel 2)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Wat zijn Vreemde Valuta?
A
Buitenlands geld
B
Wisselkoers
C
Provisiekosten
D
Euro's

Slide 14 - Quizvraag

In alle landen van Europa kun je met de euro betalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

De landen waar je met de euro kunt betalen vormen samen de eurozone.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 16 - Quizvraag

Polen, Tsjechië, Engeland, Zweden zijn lid van de EU maar hebben hun eigen geldsoort (valuta).
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Wat hoort bij vrijhandel?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importheffing
D
Geen belemmeringen

Slide 18 - Quizvraag

In de Europese Unie (EU) is geen vrijhandel.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

wat is GEEN voorbeeld van protectie?
A
contingentering
B
uitvoerrechten
C
exportsubsidie
D
invoerrechten

Slide 20 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de prijs van een product als de producent exportsubsidie krijgt?
A
Wordt hoger.
B
Wordt lager

Slide 21 - Quizvraag