Debat V5

Wat is een debat?
- Woordenboek: gedachtewisseling, bespreking van het voor en tegen
- Wikipedia: een discussievorm waarbij een stelling verdedigd wordt of juist bestreden
- Tweede Kamer: een vergadering waarin Kamerleden in gesprek gaan met elkaar en met ministers en staatssecretarissen. Zo overleggen ze over nieuwe wetten, vragen ze om informatie of laten ze weten dat ze ergens ontevreden over zijn.

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Wat is een debat?
- Woordenboek: gedachtewisseling, bespreking van het voor en tegen
- Wikipedia: een discussievorm waarbij een stelling verdedigd wordt of juist bestreden
- Tweede Kamer: een vergadering waarin Kamerleden in gesprek gaan met elkaar en met ministers en staatssecretarissen. Zo overleggen ze over nieuwe wetten, vragen ze om informatie of laten ze weten dat ze ergens ontevreden over zijn.

Slide 1 - Tekstslide

Verschillende debatvormen
  • Lagerhuisdebat (House of Commons)
  • (Brits/Amerikaans) parlementair debat
  • Eloquentiadebat
  • ....


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Lagerhuisdebat
  • De ene kant van de zaal is vóór een bepaalde stelling, de andere kant tegen
  • Wie het woord wil, staat op: korte beurten
  • Echter, spreken mag pas als de voorzitter je het woord geeft
  • Hoog amusementsgehalte, dit gaat er soms hard aan toe in de UK!

Slide 4 - Tekstslide

Aug V4/V5: parlementair (school)debat

Simulatie van een 'ideaal parlement'
Zeer gestructureerd, vaste beurten
Stelling: eigen mening is irrelevant
'Teams' van 4. Voorstanders, tegenstanders en jury



Slide 5 - Tekstslide

Waarom debatteren?
  • Eindtermen: spreekvaardigheid en argumenteren
  • Presenteren
  • Bondig formuleren
  • (Kritisch) luisteren
  • Kritisch nadenken




Slide 6 - Tekstslide

(Parlementair) Debat
  • Vaste spreekbeurten
  • Doel: overtuigen jury
  • Je wordt het per definitie niet eens met elkaar, er komt geen compromis
  • Jouw eigen mening doet er niet toe

Discussie
  • Vrije spreekbeurten
  • Doel: een ander overtuigen van jouw gelijk
  • Eventueel tot overeenstemming komen
  • Je verdedigt jouw eigen visie

Slide 7 - Tekstslide

Beleidsstelling
  • Voorstanders tonen aan dat bepaald nieuw plan of beleid dat worden uitgevoerd
  • Propositie concretiseert beleid

  • Mobiele telefoons op school moeten worden verboden
  • Zodra de generatie die WO II heeft meegemaakt is overleden, moeten de herdenkingen op 4 en 5 mei drastisch worden aangepast

Waardestelling
  • Voorstanders moeten aantonen dat een bepaald oordeel redelijk is
  • Oppositie moet aannemelijk maken dat het oordeel

  • De jeugd is beter af zonder mobiele telefoon
  • Zodra de generatie die WO II heeft meegemaakt is overleden, zijn 4 en 5 mei achterhaald


Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Kies een onderwerp en bedenk over dat onderwerp zowel een waardestelling als een beleidsstelling

Voorbeeld:
Waarde: Het eten van vlees is moreel onverantwoord
Beleid: Er moet een vleestaks worden ingevoerd

Slide 9 - Tekstslide

Let op:
  • Aanspreekvorm: je praat tegen de jury. Deze spreek je aan met 'geachte jury', 'beste jury' en 'u'
  • Structuur: geef duidelijk je structuur aan. Wat ga je zeggen?Wat heb je gezegd?
  • Start met een korte inleiding
  • Propositie (voor de stelling) en oppositie (tegen de stelling)
  • Eindig je beurt met: en daarom vinden wij dat ... stelling

Slide 10 - Tekstslide

4 min
4 min
4 min
2 min
4 min
4 min
4 min
2 min

Slide 11 - Tekstslide

Opstelling

Slide 12 - Tekstslide

Beurt 4: (gekleurde) beschouwing
  • Je ben als het ware een reporter van het debat
  • 2 minuten spreektijd
  • Officieel vóór het katheder
  • Spreker geeft aan op welke punten je het niet met elkaar eens wordt: clashes
  • Spreker geeft aan waarom zijn team gewonnen heeft

Slide 13 - Tekstslide

Beurt 4: gekleurde beschouwing
Bv. Stelling 'Op elke school in NL zouden leerlingen schooluniformen moeten dragen'

Clash: bevorderen veilig schoolklimaat door vergroten van saamhorigheid en verkleinen van verschillen tussen leerlingen
vs het beschermen van het zogenaamde individu van de leerling

Slide 14 - Tekstslide

Timekeeper (jury)
  • De tijd wordt voor je bijgehouden
  • Timekeeper laat met handgebaren zien hoeveel tijd je nog hebt
  • Nadat de 'bel' gegaan is, mag je je zin afmaken
  • Na 15 seconden gaat de bel: alles wat daarna gezegd is, telt niet meer mee.

Slide 15 - Tekstslide

POI
Tijdens de eerste drie rondes mogen er aan de spreker vragen gesteld worden (Point of information)
Volgens vaste regels:
- gebaar
- moet eerst aangenomen worden/nooit zomaar spreken -10 seconden
Nb. Tijd loopt door!
Tactiek:
Eerst zin (of argumentatie) afmaken!
Wegwuiven, beleefd weigeren, even laten staan (wel zeggen)
"Een of meerdere vragen?"

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

Structuur
  • Elke spreekbeurt heeft een kop-romp-staartstructuur
1) Kop: aanspreken jury, aandachtstrekker, aankondiging
2) Midden: argumentatie
3) Slot: herhaling argumenten, conclusie en uitsmijter
  • V-V-V-formule: vertel wat je gaat vertellen-vertel het-vertel dat je het verteld hebt
  • Tellen (Labels: kopjes)

Slide 18 - Tekstslide

Opbouw argumentatie
SExI- of AUB-model:
(Statement, explain, illustrate of Argument, uitleg, bijvoorbeeld)

Ten eerste kan een dubbele nationaliteit tot loyaliteitsconflicten leiden (Statement/ Argument).
Wanneer een minister een dubbele nationaliteit heeft kan hij de schijn van partijdigheid wekken. (Explain/uitleg)
Zal een Nederlander die ook Turks is als minister van Buitenlandse Zaken zijn Turkse collega even flink aanspreken als een minster die alleen Nederlands is wanneer er een Nederlandse journalist wordt opgepakt in Turkije? Of zal deze minister zijn Turkse evenknie met fluwelen handschoentjes aanpakken, omdat zijn loyaliteit bij Erdogan ligt? (Illustrate/bijvoorbeeld).

Slide 19 - Tekstslide

Voorbereiding
  • Met z'n achten: stelling bepalen
  • Met je team (4 leerlingen) rollen verdelen
  • Eerst alle argumenten die je kunt bedenken (vinden in bronnen)
  • Probeer argumenten te clusteren (kun je ze onder een kopje vangen?)
  • Kies de drie sterkste argumenten uit en werk deze uit
  • Verzin voor alle argumenten ook de tegenargumenten en de reparaties

Slide 20 - Tekstslide

Tijdens voorbereiding
Denk na over:
De huidige situatie
De invoering van het beleid (plan)
De resulterende situatie (straks)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Afspraken
  • Jullie mogen zelf groepen maken (2x3/4)
  • Deel je groep van 6/7/8 op in twee groepen. 
  • Jullie mogen zelf kiezen welke beurt je spreekt. Let wel: ben je met een groep van drie, dan zal één iemand twee keer spreken
  • Je bereidt als team beide 'kanten' voor: een dag van tevoren lees je in SOM welke groepje voorstander is
  • Je krijgt individueel een cijfer

Slide 23 - Tekstslide