Verwijswoorden (en beknopte bijzin)

Programma
- Poëziepresentatie
- Samentrekking herhalen
- Herhaling verwijswoorden
- Uitleg fouten met verwijswoorden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma
- Poëziepresentatie
- Samentrekking herhalen
- Herhaling verwijswoorden
- Uitleg fouten met verwijswoorden

Slide 1 - Tekstslide

Is de samentrekking juist of onjuist: Sofie is een echte roddeltante en moet je dus niks vertellen wat je geheim wilt houden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Is de samentrekking juist of onjuist: Dit schilderij heb ik op Cuba gekocht en naar Nederland laten verschepen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Verwijswoorden
We kijken samen naar de methodesite.

Slide 4 - Tekstslide

Kies het juiste verwijswoord: Volgend jaar mag de bevolking ... stem uitbrengen voor een nieuw parlement.
A
zijn
B
haar

Slide 5 - Quizvraag

Kies het juiste verwijswoord: Marc laat ... brommer ieder jaar nakijken om ... in topconditie te houden.
A
zijn, haar
B
haar, haar
C
zijn, hem
D
haar, hem

Slide 6 - Quizvraag

Kies het juiste verwijswoord: Toen dit bedrijf winst ging maken, gaf ... een flinke bonus aan ... werknemers.
A
hij, zijn
B
hij, haar
C
het, zijn
D
het, haar

Slide 7 - Quizvraag

Kies het juiste verwijswoord: Als de politie meer vertrouwen wil, moet ... allochtone dienders aannemen.
A
ze
B
hij
C
het

Slide 8 - Quizvraag

Kies het juiste verwijswoord: Waarom heeft Mario ... zijn hele platencollectie cadeau gedaan?
A
hen
B
hun

Slide 9 - Quizvraag

Kies het juiste verwijswoord: Frank en Bas zijn Elians vrienden en met ... gaat hij op vakantie.
A
hen
B
hun

Slide 10 - Quizvraag

Beknopte bijzinnen
Je hebt geleerd dat een bijzin een pv en een ow heeft. 

In een beknopte bijzin ontbreken de pv en het ow.


Slide 11 - Tekstslide

Beknopte bijzinnen
Beknopte bijzinnen kan je op drie manieren herkennen:
  1. de zin heeft een voltooid deelwoord;
  2. de zin heeft een onvoltooid deelwoord;
  3. of de zin heeft een combinatie van te + infinitief.

Slide 12 - Tekstslide

Beknopte bijzinnen
Voorbeelden:
  1. Afgeleid door mijn zusje, kon ik de les niet meer goed volgen.
  2. Dansend kwam hij de les binnen.
  3. De vrienden spraken af niks te spoilen over Wie is de mol?.

Slide 13 - Tekstslide

Beknopte bijzinnen
We kijken samen naar opdracht 3.

Slide 14 - Tekstslide

Beknopte bijzinnen controleren
Het weggelaten onderwerp moet hetzelfde zijn als in de hoofdzin.

Na uren gezond te hebben,  kwamen de rode bultjes tevoorschijn. 

Slide 15 - Tekstslide

Om vroeg op vakantie te kunnen gaan, vertrok de helikopter van de president al om 7 uur.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quizvraag

Lopend door het hete woestijnzand kregen de de zwaarbeladen ezels al snel dorst.
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

Herhaling H1 t/m 3
We herhalen de stof via de methodesite. Daarna vul je het Google Formulier in. 

Slide 18 - Tekstslide