Vouloir + Pouvoir

Cours de Français 
Thème: Grammaire 
Vouloir + Pouvoir
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Cours de Français 
Thème: Grammaire 
Vouloir + Pouvoir

Slide 1 - Tekstslide

Les Buts/ Leerdoelen
- Ik ken de onregelmatige werkwoorden Pouvoir en Vouloir vervoegen en toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Vouloir = willen
Je veux
Ik wil
Tu veux
Jij wilt
Il / elle / on veut
Hij / zij / men wil
Nous voulons
Wij willen
Vous voulez
Jullie willen / u wilt
Ils / elles veulent
Zij willen

Slide 3 - Tekstslide

Pouvoir = kunnen / mogen
Je peux
Ik kan
Tu peux
Jij kunt
Il / elle / on peut
Hij / zij / men kan
Nous pouvons
Wij kunnen
Vous pouvez
Jullie kunnen / u kunt
Ils / elles peuvent
Zij kunnen

Slide 4 - Tekstslide

zij kunnen (pouvoir)
A
elles pouvent
B
elles ont pu
C
elles pouvaient
D
elles peuvent

Slide 5 - Quizvraag

Pouvoir=?
A
willen
B
mogen
C
kunnen
D
zwemmen

Slide 6 - Quizvraag

Zij kunnen
pouvoir
A
ils peuvent
B
il peut
C
ils pouvaient
D
ils pourraient

Slide 7 - Quizvraag

elles ___ (pouvoir)
A
peux
B
peut
C
pouvez
D
peuvent

Slide 8 - Quizvraag

je (pouvoir)
A
peuz
B
peut
C
peus
D
peux

Slide 9 - Quizvraag

tu ___ (pouvoir)
A
peux
B
peut
C
pouvez
D
peuvent

Slide 10 - Quizvraag

nous ___ (pouvoir)
A
voulons
B
voulez
C
pouvons
D
pouvez

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent
VOULOIR?
A
kunnen
B
mogen
C
willen
D
zullen

Slide 12 - Quizvraag

zij kan (pouvoir)
A
elles pouvent
B
elles ont pu
C
elles pouvaient
D
elle peut

Slide 13 - Quizvraag

In welke tijd staan het volgende werkwoord:
vous pouvez
A
passé composé
B
présent
C
imparfait

Slide 14 - Quizvraag

nous ___ (vouloir)
A
veux
B
voulons
C
voulez
D
veulent

Slide 15 - Quizvraag

tu (vouloir)
A
veut
B
veulent
C
veux
D
voulons

Slide 16 - Quizvraag

elles ___ (vouloir)
A
veux
B
veut
C
voulez
D
veulent

Slide 17 - Quizvraag

nous ___ (vouloir)
A
veux
B
voulons
C
voulez
D
veulent

Slide 18 - Quizvraag

On ( vouloir )
A
voulons
B
veut
C
veulent
D
veux

Slide 19 - Quizvraag

je ___ (vouloir)
A
veut
B
veux
C
veulent
D
voulez

Slide 20 - Quizvraag

vous (vouloir)
A
veux
B
voulons
C
veut
D
voulez

Slide 21 - Quizvraag

nous ___ (vouloir)
A
veux
B
voulons
C
voulez
D
veulent

Slide 22 - Quizvraag

nous ___ (vouloir)
A
veux
B
voulons
C
voulez
D
veulent

Slide 23 - Quizvraag

Weektaak Ch. 7
Bron C maken opdr. 13 t/m 15 op blz. 91 t/m 93

Bron H maken oef. 30 t/m 32 op blz. 106 t/m 108

Slide 24 - Tekstslide

Vous avez des questions?

 *Questions sur les questions?
Vraag je docent !

Slide 25 - Tekstslide

Ik heb de uitleg begrepen en kan aan de slag
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll