- Even bijpraten, hoe ging je toets? Hoe heb je periode 1 ervaren?
- Korte uitleg periode 2: Domein 1
- Korte introductie les 1: grootheden & eenheden, lengte en gewicht omrekenen
- Werken in je licentie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we vandaag doen?
- Even bijpraten, hoe ging je toets? Hoe heb je periode 1 ervaren?
- Korte uitleg periode 2: Domein 1
- Korte introductie les 1: grootheden & eenheden, lengte en gewicht omrekenen
- Werken in je licentie
Slide 1 - Tekstslide
Even inchecken: hoe voel je je vandaag?
Slide 2 - Poll
Periode 1 ging over Basisvaardigheden. Hoe heb je periode 1 Rekenen ervaren? Viel het mee? Moeilijke toets? Of heb je een tip voor de docent voor aankomende periode?
Slide 3 - Woordweb
Periode 2 gaat over domein 1: grootheden en eenheden. Waar denk je aan bij grootheden en eenheden?
Slide 4 - Woordweb
Periode 2: domein 1
Slide 5 - Tekstslide
Deze periode gaat over domein 1: grootheden en eenheden.
Wat zijn dat?
Gewicht is een....
A
grootheid
B
eenheid
Slide 6 - Quizvraag
Liter is een ....
A
eenheid
B
grootheid
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare
Slide 9 - Sleepvraag
Hoofdstuk 1 gaat over getallen. Waar gebruiken we getallen voor?
Slide 10 - Woordweb
Doelen les 1
Je leert de betekenis van getallen in je dagelijkse omgeving.
Je herkent een grootheid en gebruikt een passende eenheid om de waarde uit te drukken.
Je leert rekenen met lengtematen.
Slide 11 - Tekstslide
In dit domein leer je verschillende grootheden, zoals lengte, gewicht, tijd, temperatuur en snelheid, te gebruiken en ermee te rekenen.
Slide 12 - Tekstslide
Hoeveel nullen heeft een biljard?
A
9
B
12
C
15
D
18
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Lengtematen: pak je rekenkaart. Het is 2,2 km naar de sporthal. Hoeveel meter moet ik fietsen?
A
22000
B
2,2
C
22
D
2200
Slide 15 - Quizvraag
4,3 dm = ... cm
A
430
B
43
C
4,3
D
4300
Slide 16 - Quizvraag
Lengte 8,2dm = ..........mm
A
820
B
0,82
C
8,22
D
8200
Slide 17 - Quizvraag
De lengte van deze deurklink is: 1 ...
A
mm
B
cm
C
km
D
dm
Slide 18 - Quizvraag
De lengte van een auto is ongeveer 4200 .....
A
mm
B
cm
C
hm
D
km
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de lengte op het vraagteken?
A
1 m
B
2 m
C
3 m
D
4 m
Slide 20 - Quizvraag
gewicht omzetten naar andere eenheid
Slide 21 - Tekstslide
De druiven wegen 0,2 kg. Hoeveel gram is dat?
A
X10
B
x100
C
x1000
D
:1000
Slide 22 - Quizvraag
10 ton in gewicht (kg) is:
A
1000 kg
B
100000 kg
C
100 kg
D
10000 kg
Slide 23 - Quizvraag
De aardbeien wegen 80 gram de druiven 0,2 kg. Hoeveel kg is het fruit samen?
A
80 gr + 20 gr = 100 gram = 0,10 kg
B
80 gr + 200 gr = 2,8 kg
C
80 gr + 200 gr = 280 gr = 0,28 kg
D
0,8 kg + 0,2 kg = 0,10 kg
Slide 24 - Quizvraag
Werken in je licentie: 1.2 en 1.3 Domein 1 Ik heb behoefte aan extra uitleg over gewicht omrekenen