Machtsverbanden herhaling

Welkom
Herhaling Machtsverbanden

Pak je chromebook
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Herhaling Machtsverbanden

Pak je chromebook

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Wat weet je al?

Slide 2 - Tekstslide

Kwadratisch verband
Lineair verband
Wortelverband

Slide 3 - Sleepvraag

Lesdoelen
  • Je leert wat machten zijn en hoe je deze kunt uitrekenen met rekenmachine. 
  • Je leert wat machtsverbanden zijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg theorie

Slide 5 - Tekstslide

2

Slide 6 - Video

00:52
Het cijfer 4 in deze macht noemen we
54
A
Kwadraat
B
Macht
C
Exponent
D
Grondtal

Slide 7 - Quizvraag

00:52
Het cijfer 5 in deze macht noemen we
54
A
Kwadraat
B
Macht
C
Exponent
D
Grondtal

Slide 8 - Quizvraag

Machtsverbanden
Een macht bestaat uit een grondtal en een exponent

Slide 9 - Tekstslide

machtsverband

Slide 10 - Tekstslide

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 11 - Tekstslide

Wat voor soort verband is dit?
Hoeveelheid=1503a3
A
Exponentieel
B
Kwadratisch verband
C
Lineair dalend
D
Machtsverband

Slide 12 - Quizvraag

een machtsverband herken je aan
A
een +
B
een macht (getal wat "hoog"staat)
C
een x
D
een -

Slide 13 - Quizvraag

Hoe ziet de grafiek bij een machtsverband eruit?
A
Trapjesgrafiek
B
Vloeiend kromme
C
Lineaire grafiek
D
Stippengrafiek

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor soort verband is dit?
bedrag=3a3+2a23
A
Exponentieel
B
Kwadratisch verband
C
Lineair dalend
D
Machtsverband

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor soort verband is dit?
A
kwadratisch
B
wortel
C
omgekeerd evenredig
D
machtsverband

Slide 16 - Quizvraag

Welke knop op je rekenmachine gebruik je voor machten?
A
B
÷
C
^
D
(-)

Slide 17 - Quizvraag

Machten...

24=
A
2 x 4 = 8
B
2 + 2 + 2 + 2 = 8
C
2 x 2 x 2 x 2 = 4
D
2 x 2 x 2 x 2 = 16

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je de 5?

56=
A
grondtal
B
exponent
C
macht
D
kwadraat

Slide 19 - Quizvraag

Bereken de hoogte voor a = 10
hoogte(m)=0,02a3+0,3a2+25

Slide 20 - Open vraag

Huiswerk


Maak nu de

Voorkennis van

Hoofdstuk 4 af

en maak 4.1 

tot en met opgave 5



Succes!


Slide 21 - Tekstslide