Les 12

Nederlandse taal en literatuur



Schrijfvaardigheid (T5_1)
Les 12
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlandse taal en literatuur



Schrijfvaardigheid (T5_1)
Les 12

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Hand-out Betoog
Zelfstandig werken
Afronding

Slide 2 - Tekstslide

Hand-out Betoog > algemeen
Doel: betogen/overtuigen > de schrijver wil zijn publiek overtuigen van zijn mening, en dat doet hij door argumenten te noemen, die uit te leggen en vervolgens een voorbeeld bij het argument te noemen (AUB-model). De schrijver ontkracht vervolgens de tegenargumenten, en weerlegt die. De argumenten worden opgebouwd volgens het AUB-model, waarbij een alinea als volgt wordt gevuld:
- Argument > het noemen van een argument (bijvoorbeeld: feitelijk, ongewenst gevolg, emotioneel);
- Uitleg > het uitleggen van het argument;
- Bijvoorbeeld > het noemen van een voorbeeld bij het argument.

Een betoog is subjectief > de schrijver wil een ander overtuigen van zijn gelijk, dat doet hij door nadrukkelijk zijn mening naar voren te brengen met argumenten en uiteindelijk een conclusie te trekken.


Slide 3 - Tekstslide

Hand-out Betoog > AUB-model
Voorbeeld AUB-model
Bewering: Jongeren moeten meer betrokken worden bij politieke besluitvorming.

Argument: Volgens de NOS (2020) is de stem van jongeren cruciaal voor het aanpakken van uitdagingen waar we voor staan (A1).

Uitleg: Door jongeren actief te betrekken, krijgen ze de kans om hun stem te laten horen en invloed uit te oefenen op zaken die hen direct aangaan, zoals onderwijs en klimaatverandering. Dit versterkt ook hun gevoel van verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij de maatschappij.

Bijvoorbeeld: In landen zoals Zweden hebben jongeren al meegedaan aan gemeentelijke debatten en stemprojecten, waardoor ze belangrijke beslissingen konden beïnvloeden, zoals investeringen in duurzame energie en betere voorzieningen voor jongeren. Dit heeft geleid tot een grotere betrokkenheid van jongeren bij de politiek en een toename van het aantal jongeren dat gaat stemmen.


Slide 4 - Tekstslide

Hand-out Betoog > soorten argumenten en tekststructuur
De volgende soorten argumenten kunnen in een betoog terugkomen:
- feitelijke argumenten;
- empirische argumenten;
- gezagsargumenten;
- vergelijking;
- voorbeelden;
- nuttige of gewenste gevolgen;
- ongewenste gevolgen
- veronderstellingen of vermoedens;
- moreel argument;
- emotioneel argument.


Een betoog kent vaak de volgende tekststructuren:
- bewering-en-argumentenstructuur;
- voordelen-en-nadelenstructuur.


Slide 5 - Tekstslide

Hand-out Betoog > opbouw

Slide 6 - Tekstslide

Hand-out Betoog > tegenargumenten en weerlegging (tegenwerping)
Voorbeeld tegenwerping
Stelling: Jongeren moeten meer betrokken worden bij politieke besluitvorming.
- Voorargument:
VA1: Door jongeren actief te betrekken, krijgen ze de kans om hun stem te laten horen.
VA2: Jongeren kunnen invloed uit te oefenen op zaken die hen direct aangaan.
- Tegenargument:
TA1: Volgens Peters (2023) zijn jongeren niet in staat om complexe, politieke vraagstukken op te lossen.
TA2: Politieke besluitvorming vereist inzicht in economische, sociale en juridische implicaties die jongeren mogelijk nog niet volledig begrijpen.

Voorbeeld:
Aan de andere kant zijn jongeren volgens Peters (2023) niet in staat om complexe, politieke vraagstukken op te lossen (TA1), toch klopt dit niet helemaal, want jongeren zijn ook in staat om een waardevolle bijdrage te leveren (VA1). Zij hebben een frisse blik (VA2) en zijn vaak beter op de hoogte van actuele onderwerpen (VA3), zoals klimaatverandering en sociale ongelijkheid.



Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig werken > Betoog
Wat vindt u? In hoeverre is het verstandig om direct na uw diploma door te studeren of om eerst een tussenjaar te nemen? Of is de route via het vwo een betere optie? Of zou iemand helemaal niet moeten starten met een opleiding, maar 'gewoon' moet beginnen met werken?


Bovenstaande vragen mag u gebruiken ter inspiratie, maar u mag ook uw eigen invalshoeken gebruiken. Formuleer in ieder geval uw standpunt naar aanleiding van de hoofdvraag.

Werk, stap voor stap, het begeleide formulier uit > vraag gerichte feedback aan buur of DRNR

Slide 8 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 9 - Open vraag

Afronding

Slide 10 - Tekstslide