Naamgeving Formules van stoffen oefenen

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
NH3
B
N3H
C
N3H
D
3NH

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
C8H3
B
C3H8
C
C8H3
D
C3H8

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
CO2
B
2CO
C
C2O
D
CO2

Slide 4 - Quizvraag

Stoffen weergeven in formule taal

Slide 5 - Tekstslide

Systematische naamgeving

Slide 6 - Tekstslide

Systematische naamgeving stappenplan
Wanneer je een systematische naam krijgt:
  1. Noteer de symbolen van de atoomsoorten in de naam
  2. Zet de nummers van de griekse telwoorden die in de naam voor de atoomsoort staan achter elk symbool als index.


Slide 7 - Tekstslide

Wat is de structuurformule van Stikstofdioxide
A
NO2
B
N2O
C
NO
D
N2O2

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de structuur formule van Zwaveldichloride
A
SCl
B
S2Cl
C
SCl2
D
S2Cl

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de structuur van Fosforpentabromide
A
F5Br
B
PBr5
C
FBr5
D
P5Br

Slide 10 - Quizvraag

Systematische naamgeving stappenplan
Waneer je begint met de formule:
  1. Noteer het griekse telwoord behoorende bij de index van de eerste atoomsoort
  2. Zet de naam van de eerste atoomsoort hier achter
  3. Noteer vervolgens het griekse telwoord behoorende bij de index van de tweede atoomsoort
  4. Noteer het achtervoegsel behoorende bij de tweede atoomsoort

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de systematische naam van
S2O2
A
Dizwaveldioxide
B
Dizwaveldizuurstof
C
Zwaveldioxide
D
Zwavelzuurstof

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de systematische naam van
NF3
A
Stikstoffluoride
B
Stikstofdifluoride
C
Tristikstoffluoride
D
Stikstoftrifluoride

Slide 13 - Quizvraag

Soorten stoffen
  •  Zouten -> Ontstaan wanneer een metaal reageert met een niet-metaal
  • Moleculaire stoffen ->  ontstaan wanneer niet-metalen met elkaar reageren
  • Metalen -> reageren niet met elkaar, ze kunnen hoogstens in gesmolten toestand mengen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat voor soort stof is
SCl2
A
Zout
B
Atoom
C
Moleculaire stof
D
Metaal

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor soort stof is
ZnCl
A
Zout
B
Moleculaire stof
C
Atoom
D
Metaal

Slide 16 - Quizvraag

Naamgeving Zouten
De systematische naamgeving tot nu toe is toepasselijk op alle moleculaire stoffen.
Voor zouten gaat het anders:
  1. Noteer eerst de naam van het metaal
  1. Zet de naam van het niet-metaal erachter
  2. Zet de uitgang -ide achter de naam

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeelden:
  •  NaCl
  • Natriumchloride
  • KI
  • Kaliumjodide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de naam van
NaBr
A
Natriumbromide
B
Broomnatriumide
C
Natriumbroom
D
Broomnatrium

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de naam van
MgBr2
A
Bromidemagnesium
B
Dimagnesiumbromide
C
Magnesiumdibromide
D
Magnesiumbromide

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide