Hoofdstuk 3

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

Hoofdstuk 3: constante en variabele kosten.

Kosten kunnen we indelen naar:

• kostencategorieën (hoofdstuk 2)
  
  
• constante en variabele kosten (hoofdstuk 3)
  
  
• directe en indirecte kosten (hoofdstuk 4)

terugblik hoofdstuk 5:
Totale kosten van een duurzaam productiemiddel

vragen over hoofdstuk 5

opdracht 8? opdracht 10?

opdracht 12? opdracht 14?

kosten

constante kosten

Constante kosten​:

• Kosten die binnen bepaalde capaciteitsgrenzen niet afhankelijk zijn van de productie of van de omzet.
• Normale productie/omzet​ (standaard productie/omzet)
  De productie of omzet die de onderneming onder normale omstandigheden denkt te behalen.
• Constante kosten per artikel in de kostprijs​ constante kosten per artikel = totale constante kosten / normale productie = C /N

maximale capaciteit 300.000 pennen

- en wat als ik er nu 250.000 maak?

- en wat als ik er nu 350.000 maak?

voorbeeld pagina 40

variabele kosten

• Variabele kosten​
  Kosten die onmiddellijk reageren op een verandering van de productie of de omzet.​
• Begrote productie​
  De verwachte werkelijke productie of omzet 
• Variabele kosten per artikel​
  variabele kosten per artikel =
  totale variabele kosten / begrote productie = V / W

voorbeeld op pagina 41

opdracht 5

integrale kostprijs

Bij een integrale kostprijs worden alle kosten in de kostprijs meegenomen.

C/N + V/W       (uitschrijven op het bord)

voorbeeld pagina 45

opdracht 8 - 9a- 13 - 14

next week

maak de kennisvragen en de toepassingsopdrachten van hoofdstuk 3.

Er zitten wat pittige tussen:-)