241126 Grammatica ws §8 + formuleren startopdracht

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom V2b!

Deze spullen heb ik nodig:

• leesboek
• werkboek
  
• schrift
• iPad
• etui

Wat gaan we doen?

• Stil lezen (10 min)
• Huiswerk bespreken: voornaamwoorden (10 min)
• Uitleg telwoorden + zelfstandig werken (40 min)
• Schrijfopdracht 1 (creatief schrijven)

Leerdoel

• Ik weet wat voornaamwoorden zijn.
• Ik kan de volgende voornaamwoorden benoemen:
  1. persoonlijk
  2. bezittelijk
  3. wederkerend
  4. wederkerig
  5. aanwijzend
  6. vragend
  7. onbepaald

Paragraaf 4 (blz. 212)

Opdracht 1

 

a Hebben hun bez.vnw ouders elkaar wedig.vnw tijdens een weekendje Parijs het jawoord gegeven?

b Zou zij pers.vnw zich wed.vnw weleens hebben afgevraagd wat ze pers.vnw je pers.vnw aandoet met haar bez.vnw houding?

c Jullie pers.vnw moesten je wed.vnw schamen, want jullie bez.vnw huiswerk is nu al voor de vierde keer niet af.

d Ik pers.vnw heb me wed.vnw vergist in mijn bez.vnw broer, want hij pers.vnw wil me pers.vnw zijn bez.vnw nieuwe laptop niet lenen.

e Zou je bez.vnw vriendin weten dat wij pers.vnw al een hele tijd verliefd zijn op elkaar wedig.vnw?

f We pers.vnw hebben ons wed.vnw kapot gewerkt om ons bez.vnw huis in één dag schoon te maken.

Paragraaf 4 (blz. 212)

Opdracht 2

 

a) Ellen, ik - pers.vnw verbaas me - wed.vnw erover dat je - pers.vnw de verkering met Aron hebt uitgemaakt.

b) ‘Jullie - pers.vnw moeten je - wed.vnw met je - bez.vnw eigen zaken bemoeien’, zei Meryem tegen haar - bez.vnw broers.

c) Zullen we/wij - pers.vnw even straks met elkaar - wedig.vnw overleggen over onze - bez.vnw vakantiebestemming?

d) Ik kon mezelf - wed.vnw wel voor het hoofd slaan, toen ik - pers.vnw merkte dat men mij - pers.vnw had opgelicht.

e) ‘Kunnen jullie - pers.vnw de tegels deze week al aan ons - pers.vnw leveren?’ vroegen we/wij/ze(/zij) - pers.vnw aan de leveranciers.

f) Als ik - pers.vnw voor al mijn - bez.vnw toetsen een voldoende haal, geeft Joeri mij - pers.vnw een cadeautje.

Paragraaf 6 (blz. 216)

Opdracht 1

 

a) Als het onbep.vnw sneeuwt, is het onbep.vnw gezellig in deze aanw.vnw straat, want iedereen onbep.vnw maakt zelf aanw.vnw een sneeuwpop.

b) Menigeen onbep.vnw vroeg zich af wat vr.vnw een dergelijke aanw.vnw maatregel voor nut heeft. Zou die aanw.vnw iets onbep.vnw helpen?

c) Heeft niemand onbep.vnw hier wat onbep.vnw over voor zo’n aanw.vnw goed doel als de Brandwondenstichting?

Paragraaf 6 (blz. 216)

Opdracht 2

 

a) Wie vr.vnw van jullie kan net zulke aanw.vnw mooie tekeningen maken als deze aanw.vnw hier aan de muur?

b) Nathalie wil vóór alles onbep.vnw iemand onbep.vnw ontmoeten om wat onbep.vnw leuks mee te doen.

c) Ene onbep.vnw Jansen vertelde me welke vr.vnw mensen dit aanw.vnw huis kochten en wat vr.vnw men onbep.vnw ervoor betaalde.

Wat gaan we doen?

• Stil lezen (10 min)
• Huiswerk bespreken: voornaamwoorden (10 min)
• Uitleg telwoorden + zelfstandig werken (40 min)
• Schrijfopdracht 1 (creatief schrijven)

Telwoorden

Aantal/hoeveelheid

Volgorde (plaats in een reeks)

1. Hoofdtelwoorden

1. Rangtelwoorden

Oefenen

Opdracht: 
Verdeel de woorden in twee categorieën: hoofdtelwoorden / rangtelwoorden

Beide categorieën kan je nog verder onderverdelen: bepaald / onbepaald

Lukt het jullie om alle categorieën te vinden?

Hoe: Je maakt het in tweetallen

Wat: Blaadjes

Klaar? Lees uit je boek

Telwoorden

Hoofdtelwoorden

Rangtelwoorden

Bepaald: zes, één, 2023, drie

Onbepaald: veel, alle

Bepaald: zevende, twintigste

Onbepaald: zoveelste, laatste

Oefenen

ONLINE oefenen:

§4: opdracht 3

§6: opdracht 4

§8: opdracht 1 en 2

Klaar? Maak opdracht 4 van §8 in je schrift. Het zn hoef je niet verder onder te verdelen. In je werkboek kun je ook nog kiezen uit czn, azn, zn-e. Dit hoeft NIET.

Hoe: Heel, heel zacht overleg.

Wat: iPad, schrift, werkboek

Wat gaan we doen?

• Stil lezen (10 min)
• Huiswerk bespreken: voornaamwoorden (10 min)
• Uitleg telwoorden + zelfstandig werken (40 min)
• Schrijfopdracht 1 (creatief schrijven)

                            Oefenen

De opdracht:

Schrijf een verhaaltje van ongeveer 10 zinnen.
Let op je zinnen:

1. Kies een onderwerp + werkwoord
2. Vul de zin aan met extra informatie (tijd, plaats, etc,). Je mag ook hulpwerkwoorden toevoegen.
3. Sluit af met een punt, uitroepteken of vraagteken.
   
   
   

 

Dobbel drie keer met de dobbelsteen:

eerste keer: hoofdpersoon 

tweede keer: locatie

derde keer: gebeurtenis

Volgende les

Volgende les:

• Verschillende soorten voornaamwoorden
• Toets bespreken