LJ2 Biologie H6, 6,5

Vak: Biologie 
Hoofdstuk 6, 6.5
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Biologie 
Hoofdstuk 6, 6.5
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je lesboek van Biologie en open je boek op p. 217


Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel +Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- Kun je enkele oorzaken en gevolgen noemen van uitputting en vervuiling;
- Kun je enkele oorzaken en gevolgen noemen van klimaatverandering;

Leergebiedoverstijgende doelen:

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen + mini-check
Scoor je verdiept (8 of hoger) dan mag je zelfstandig aan het werk: 


De rest doet mee met de instructie

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het ' versterkte broeikaseffect'?

Slide 5 - Open vraag

Wat is ' klimaatverandering'?

Slide 6 - Open vraag

Wat is een gevolg van de opwarming van de aarde?

Slide 7 - Open vraag

Wat valt er onder ' fossiele brandstoffen'?

Slide 8 - Open vraag

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk


De rest doet mee met de instructie 

Slide 9 - Tekstslide

4. Instructie
De mensen op aarde zijn de afgelopen jaren flink verdubbeld. Zie de afbeelding hieronder. 

Slide 10 - Tekstslide


De belangrijkste oorzaken van milieuproblemen zijn; 
- De bevolkingstoename;
- De manier van leven van de mens;

De mens zorgt op twee manieren voor milieuproblemen;
- Door uitputting: zo veel stoffen uit het milieu halen dat ze op raken;
- Door vervuiling; stoffen aan het milieu toevoegen die schadelijk zijn. 

Slide 11 - Tekstslide

Verschillende manieren:
- Anticonceptiestaafje (implanon): ongeveer twee keer zo groot als een lucifer en wordt onder de huid in de bovenarm aangebracht. Elke dag geeft het staafje een kleine hoeveelheid hormonen af aan het lichaam. Het staafje kan 3 jaar blijven zitten. 
- Spiraaltje: wordt door een arts in de baarmoeder ingebracht. 
Mensen gebruiken aardolie, aardgas en steenkool als brandstof. Door deze brandstoffen hebben we energie voor auto's, fabrieken en verwarming. Aardolie, aardgas en steenkool zijn fossiele brandstoffen. Ze zijn miljoenen jaren geleden ontstaan en zijn resten van dode planten en dieren. 

Om machines, apparaten, huizen en kleding te maken, gebruiken we grondstoffen. Bijvoorbeeld aardolie voor kunststoffen, zand voor glas- en bouwmateriaal, en metaal voor metalen. Ook de voorraden van deze grondstoffen raken uitgeput.
 

Slide 12 - Tekstslide

Boeren gebruiken mest om de grond vruchtbaar te maken. Een belangrijke stof in mest is stikstof. Een deel van de stikstof uit mest komt terecht in het grondwater en in de lucht. Ook de industrie en het verkeer (uitlaatgassen) geven stikstof af aan het milieu. 

Stikstof is een oorzaak van luchtvervuiling. Via het grondwater en de lucht komt de stikstof terecht in natuurgebieden. Daardoor verandert de plantengroei. 

Een gif is een stof die schadelijk is voor organismen. Als er veel giftige stoffen op een bepaalde plek in de bodem komen, noem je dat bodemvervuiling

Slide 13 - Tekstslide

De dampkring of atmosfeer is de luchtlaag rondom de aarde. Dampkring is een mengsel van verschillende gassen. Deze gassen laten een deel van de zonnestraling door naar de aarde. De rest van de straling wordt weerkaatst. Door de zonnestraling warmt de aarde op. De aarde straalt deze warmte ook weer uit. Bepaalde gassen in de dampkring houden de warmtestraling van de aarde tegen. Deze gassen noem je broeikasgassen

De belangrijkste broeikasgassen zijn;
- Koolstofdioxide
- Waterdamp 

Slide 14 - Tekstslide

De werking van deze gassen lijkt op die van het glas in een broeikas. Deze werking heet daarom het broeikaseffect. Dankzij het broeikaseffect is het gemiddeld 15 graden celcius. Zonder het broeikaseffect zou het op aarde veel kouder zijn. 


Slide 15 - Tekstslide

De dampkring houdt meer warmte vast doordat mensen steeds meer broeikasgassen in de dampkring brengen. Dit heet het versterkte broeikaseffect. De broeikasgassen komen onder andere van de verbranding van fossiele brandstoffen. Daarbij ontstaat koolstofdioxide. Een ander belangrijk broeikasgas is methaan. Dat gas komt vrij uit moerassen, bossen en veeteelt.  

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer het klimaat verandert, noem je dat klimaatverandering. Een belangrijk gevolg van de opwarming van de aarde is de stijging van de zeespiegel

In sommige gebieden op aarde leidt de hogere temperatuur tot droogte, waardoor woestijnen groter worden. ER kan een tekort komen aan zoet water en aan drinkwater. In veel gebieden zal landbouw onmogelijk worden. In andere gebieden zal de landbouw juist beter gaan door de hogere temperatuur. 

Slide 17 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Intensief -->
Je maakt samen met de leerkracht opdracht 

Slide 18 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht ... op bladzijde 211



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Kun je enkele oorzaken en gevolgen noemen van uitputting en vervuiling?
Heb je nog ergens hulp bij nodig?


Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 16 januari
6.5 opdracht



Slide 21 - Tekstslide