Module 4 les 7

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding


  • Herhalen afgelopen 10 weken, Wat hebben ze geleerd, wat weten ze en waar zijn ze    benieuwd naar.
  • Opdracht Casus uitwerken (toepassen, stof afgelopen periode)
  •  theoretische uitleg m.b.t. Rapporteren en evalueren
  • Klassikaal / individueel opdrachten- uitvoeren (Les 1, blz 41 opdracht A klassikaal) Les 2, blz 45 opdracht B individueel. 




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel:
  • De student weet welke stappen je doorloopt tijdens het zorgproces, weet hoe hij doelen smart kan formuleren en kan deze toepassen aan de hand van een casus.
  • Na de theoretische uitleg m.b.t. Rapporteren en evalueren weet de student het verschil tussen vragen op product en proces niveau.
  • De student krijgt inzicht in wie betrokken zijn bij de client en welk soort informatie zij gerapporteerd willen krijgen. (Belanghebbenden).
  • De Student weet hoe hij/zij een rapportage kan schrijven volgens de SOAP- Methode

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TERUGBLIK
  • Herhalen afgelopen 10 weken, Wat hebben ze geleerd, wat weten ze en waar zijn ze benieuwd naar.
  • De docent stelt begeleidende vragen.
  • De student schrijft op het bord op wat ze hebben geleerd de afgelopen periode.
  • Casus uitwerken (overdracht via de ABCDE en Doelen Smart formuleren).
  • (ZIE TEAMS VOOR DE CASUS). 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Zorgen voor continuïteit. Rapportages zijn een hulpmiddel om ervoor te zorgen dat er geen gaten vallen in het zorgtraject en dat de activiteiten van de verschillende zorgverleners op elkaar aansluiten.
Het is de manier om de verschillende betrokkenen te informeren over de gebeurtenissen en de voortgang.
Input geven voor de evaluatie en de bijstelling van het zorgplan.
Op momenten dat besproken wordt of het zorgtraject goed verloopt en of het goed gaat met de cliënt, is er informatie nodig. Die informatie is vastgelegd in rapportages.
Zichtbaar maken van de voortgang (ontwikkeling, veranderingen) van de cliënt en diens situatie.
Verantwoording kunnen afleggen aan betrokkenen, in en buiten de organisatie.

Belanghebbenden
De betrokkenen hebben informatie nodig:
  • cliënt
  • mantelzorgers
  • collega’s
  • management
  • multidisciplinaire team
  • zorgkantoor
  • Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)

Slide 6 - Tekstslide

Zo heb je allemaal verschillende belanghebbenden die informatie nodig hebben.
Zie lijst belanghebbenden…..
De verschillende belanghebbenden krijgen niet allemaal en op elk moment dezelfde informatie in dezefde vorm, maar krijgen info die zij nodig hebben om hun rol goed te vervullen, in een vorm die past bij hun aak en hun plaats in de organisatie.
Zo bevat een management rapportage andere informatie dan de overdrachtsrapportage aan de collega.
Management gaat meestal over cijfers en resultaten
Een zorgverlener schrijft bijvoorbeeld geen rapportages voor het management en of voor inspectie dit doet de leiding gevende. De leiding gevende maakt wel gebruik van de rapportages die verschillende zorgverleners hebben opgesteld. .

blz 41 opdracht A klassikaal

Zijn wij als de samenleving ook een betrokken partij als belanghebbende?

Slide 7 - Tekstslide

Zijn wij als de samenleving ook een betrokken partij?
Antwoord:
De samenleving als geheel bekostigt de zorg (via belastingen en verplichte zorgverzekering;
De samenleving heeft er dus belang bij dat de zorg effectie, efficient en duurzaam verloopt en dat dat zichbaar wordt in de begroting en de cijfers van de overheid en in de statistieken van de onderzoeksbureaus.

Slide 8 - Tekstslide

Er zijn verschillende soorten rapportages:
(De rapportage over de beeldvorming vindt plaats in de eerste fase van het zorgplan (rapportage van dossierstudie, interview en observaties) en zijn al eerder aan bod gekomen.
Bij de uitvoering en de evaluatie ligt het accent op de andere drie soorten rapportage. Een zorgverlener houdt zich het vaakst bezig met overdrachtsrapportages: elke keer als zijn dienst afgelopen is. )

Slide 9 - Tekstslide

Veelgebruikte methode is de soap rapportage
Deze is vooral geschikt voor rapportages over cliënten en gebeurtenissen, activiteiten en handelingen.
De A word soms vervangen voor de E;
De E van Evaluatie…..inplaats van Analyse
Het wordt dan soep.

Slide 10 - Tekstslide

Het komt voor dat zorgverleners minder positieve gevoelens hebben over de rapportages die ze moeten maken. De rapportages nemen veeltijd in beslag en deze zorgverlenders zien schrijven niet direct als hun grootste kracht.
De teksten zijn subjectief. Ze verwoorden iemands mening met betrekking tot de drie soorten rapportages.
1 student leest de kaarten voor de anderen reageren hierop. Vraag 1 of 2 studenten waarom ze het eens, on eens en of neutraal zijn.
Afsluitende vraag: Wat kun je met je mening of gevoelens over rapporteren? Hoe kun je daarmee omgaan?
Uitgangspunt is dat rapporteren nodig en wenselijk is.
Antwoorden:
Rapportage kort houden maar wel het nodige erin zetten
Een standaardmanier van rapporteren aanhouden
Letten op hoofd en bijzaken.

Slide 11 - Tekstslide

Tijdens een evaluatie kijk je in 2 richtingen: het wat en het hoe. Het wat richt zich op de uitkomsten van de zorg. De resultaten worden daarbij vergeleken met de doelen. Dit nomen we de productevaluatie.
Product evaluatie:
Welke doelen waren er gesteld?
Welke doelen zijn gehaald?
Wat zijn de resultaten precies?
Zijn de resultaten overeenkomstig wat verwacht mocht worden?
Is de zorg die de client nodig heeft nog dezelfde als de geïndiceerde zorg?
Proces evaluatie:
Is de beeldvorming aan het begin juist gebleken
Zijn de doelen haalbaar geformuleerd?
Hebben we op de beste manier zorg verleend?
Hebben we ons aan de afspraken gehouden?
Heeft de client zich aan de afspraken gehouden?
Hebben we de juiste werkwijze gebruikt om de client te motiveren en te begeleiden?
Is de client tevreden over hoe het gegaan is?

Doelen behaald?
  • De student weet het verschil tussen product en proces niveau?
  • De student heeft inzicht in wie betrokken zijn bij de cliënt en welke soort informatie zij gerapporteerd willen krijgen. (Belanghebbenden).
  • De Student weet hoe hij/zij een rapportage kan schrijven volgens de SOAP- Methode.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies