Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Deze les:
Economie in Europa deel 2:
- Je kan uitleggen wat invoerwaarde betekent
- Je kan uitleggen wat uitvoerwaarde betekent
Afmaken alle opdrachten van 6.4
klaar: maak zelf een kahootje over dit hoofdstuk
Slide 1 - Tekstslide
Vraag en Aanbod: Het is 2030. De Playstation 10 is net uit. Bol.com heeft nog 2000 Nintendo Switch op voorraad. Wat gebeurt er met de prijs van de Nintendo?
A
De nintendo wordt duurder
B
De Nintendo wordt goedkoper
Slide 2 - Quizvraag
Vraag en Aanbod: Bol.com heeft tot juli nog 10 Nintendo Switch op voorraad, heel veel mensen willen door de 4e lockdown een Nintendo. Wat gebeurde er met de prijs?
A
De Nintendo werd duurder
B
De Nintendo werd goedkoper
Slide 3 - Quizvraag
De prijs van een product hangt af van de vraag en het aanbod van het product. Volgende situatie: De vraag stijgt ( veel mensen willen een DS) en het aanbod blijft gelijk.( er zijn er maar 10)
A
De prijs blijft gelijk
B
De prijs stijgt
C
De prijs daalt
Slide 4 - Quizvraag
Stel: Jij wilt een frikandellenbroodje kopen. Dit is een voorbeeld van....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag
Slide 5 - Quizvraag
Kies het goede antwoord over vraag en aanbod.
A
Henk wil 5000 frikadelbroodjes voor zijn bedrijf = aanbod
B
Henk wil 5000 frikadelbroodjes verkopen = vraag
C
Henk wil 5000 frikadelbroodjes voor zijn bedrijf = vraag
Slide 6 - Quizvraag
In de VS is vraag naar frikandellenbroodjes, maar ze hebben geen curry en geen frikandellen. De Jumbo verkoopt deze aan de VS. Hier is sprake van.....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag
Slide 7 - Quizvraag
De Jumbo verkoopt frikandellenbroodjes. Dit is een voorbeeld van .....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag
Slide 8 - Quizvraag
Dat wat te koop is noemen we ....
A
Aanbod
B
Vraag
C
Handel
D
Vraag en aanbod
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Import en export
Import & Export
Invoerwaarde ( gezamenlijke waarde van alle producten die worden ingevoerd)
Uitvoerwaarde ( gezamenlijke waarde van alle producten die worden uitgevoerd)
Slide 11 - Tekstslide
Noem 3 producten die Nederland exporteert.
Slide 12 - Woordweb
Slide 13 - Tekstslide
Arme gebieden worden geholpen
Binnen de EU
Economische problemen
Regionaal beleid
Slide 14 - Tekstslide
Wonen en werken in Europa
Sinds 1985 mogen mensen binnen de EU vrij reizen, wonen en handelen. Jij kan hierdoor bijvoorbeeld werken in Frankrijk. Ook zijn er hierdoor Nederlandse campings in bijvoorbeeld Spanje.
Slide 15 - Tekstslide
In welk Europees land zouden jullie later wel willen werken?