KT1b - H 3.5. Tegenstelling II - di 11 april

H 3.5. Tegenstelling II 
KT1b - Nederlands
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H 3.5. Tegenstelling II 
KT1b - Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Ik weet tegenstellingen zijn
  • Ik kan een tegenstelling benoemen
  • Ik weet hoe ik met de voorvoegsels on- en anti- een   
     tegenstelling kan maken
  • Ik weet hoe ik met het achtervoegsel -loos een
      tegenstelling kan maken
  • Ik maak de laatste opdrachten van paragraaf 3.5





Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent 'negeren'?
Er zijn TWEE antwoorden goed.
A
niet doen
B
heel hard rennen
C
kamperen
D
niet accepteren

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van 'negeren'?
A
verdwalen
B
accepteren
C
langzaam lopen
D
blij zijn

Slide 4 - Quizvraag

Welke voorvoegsels geven een tegenstelling aan? Er zijn TWEE antwoorden goed.
A
verloren
B
bedroefd
C
anti-aanbaklaag
D
onoverwonnen

Slide 5 - Quizvraag

Welk ACHTERvoegsel geeft een tegenstelling aan? Er zijn TWEE antwoorden goed.
A
hartelijk
B
kleurloos
C
vruchtbaar
D
vormeloos

Slide 6 - Quizvraag

Lees de zin en bedenk een tegenstelling voor een woord: 'De les is echt boeiend.'

Slide 7 - Open vraag

Het tegenstelde van Oost is?
A
Noord
B
Zuid
C
West
D
Midden

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn tegenstellingen?
Lelijk
Hetzelfde
Complex
Mooi
Verschillend
Eenvoudig

Slide 9 - Sleepvraag

HW bespreken
Opdr 5, 7a en 7b

Slide 10 - Tekstslide

O
P
D
R
A
C
H
T

5

Slide 11 - Tekstslide

O
P
D
R
A
C
H
T

7a + b

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
  H 3.5 - opdracht 14, 17 en 18
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

HW bespreken
H 3.5. - opdracht 9, 17 en 19 bespreken

Slide 14 - Tekstslide

OPDRACHT 9

Slide 15 - Tekstslide

O
P
D
R
A
C
H
T

17

Slide 16 - Tekstslide

OPDRACHT 19

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Ik weet tegenstellingen zijn
  • Ik kan een tegenstelling benoemen
  • Ik weet hoe ik met de voorvoegsels on- en anti- een   
     tegenstelling kan maken
  • Ik weet hoe ik met het achtervoegsel -loos een
      tegenstelling kan maken
  • Ik maak de laatste opdrachten van paragraaf 3.5





Slide 18 - Tekstslide

Laatste check
Wat is een tegenstelling?

Slide 19 - Tekstslide

Laatste check
Het tegengestelde van gul is?

En het tegenovergestelde van nerveus is?

Slide 20 - Tekstslide

Dank voor jullie inzet!

Slide 21 - Tekstslide