Hoofdstuk 3. Gezag, loon en Arbeid

Hoofdstuk 3. Gezag, loon en Arbeid
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3. Gezag, loon en Arbeid

Slide 1 - Tekstslide

Gezag
  • De werkgever mag aan de werknemer aanwijzingen geven over de manier waarop hij het werk moet uitvoeren en over de tijden waarop dat dient te gebeuren. 
  • Hij geeft ook instructies over de procedure bij ziek melden en beslist over het opnemen van vakantiedagen
  • Verschil met de opdracht is vaak de gezagsverhouding. Leidend is wat er feitelijk aan de hand is, en niet het contract dat er is opgesteld. 
  • Van belang is of de werknemer/opdrachtnemer voor meer, telkens wisselende bedrijven werkt. 
  • Daarnaast kijkt men naar de bevoegdheid om aanwijzingen te geven. 
  • En wie het ondernemersrisico draagt (is betaling afhankelijk van de opdracht)


Slide 2 - Tekstslide

Wet DBA
Sinds 1 mei 2016 bestaat de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) en modelovereenkomsten.

Waarom is het belangrijk om duidelijkheid te scheppen over de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst? 

Opdracht.
Lees de inhoud van de website op de volgende slide. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Loon
Werkgever en werknemer zijn in principe vrij om de hoogte van het loon samen af te spreken. 

Maar die vrijheid wordt beperkt door:
  1. Het wettelijk minimumloon
  2. De cao
  3. De wetgeving op het terrein van de gelijke behandeling.

Slide 5 - Tekstslide

Loon
Wet minimumloon en minimumvakantietoeslag (WML)
  • Wordt in januari en juli door de overheid vastgesteld 
  • Er wordt alleen gekeken naar het Basisloon (dus geen overwerk of onkostenvergoeding)
  • Bij overtreding volgt een boete van de Nederlandse Arbeidsinspectie 
  • Arbeidsuitbuiting
  • Goed werknemerschap

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Loon
CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst
Werkgevers en werknemersorganisaties maken afspraken over Arbeidsvoorwaarden voor de hele bedrijfstak/sector. Deze afspraken gaan o.a. over :
  • Loon(schalen)
  • Vakantiedagen
  • Scholing
  • Pensioen
  • Voorzieningen

Gelijke behandeling

Slide 8 - Tekstslide

Loon
  • Bij te laat betalen van het loon heeft de werknemer recht op vertragingsschade (art. 7:625 BW). Op de vierde tot en met de achtste dag bedraagt deze verhoging 5% per dag, daarna komt er iedere dag 1% bij. Het maximum aan verhoging van het loon vanwege vertragingsschade is 50%,
  • Een deel van het loon kan ook in natura worden uitbetaald, dit wil zeggen in goederen of in diensten (art. 7:620 lid 3 BW). Te denken valt bijvoorbeeld privégebruik van een dienstauto, maaltijden in de kantine enzovoort.
  • Bij iedere betaling van het loon hoort een loonstrookje (art. 7:626 BW), zodat de werknemer kan zien hoe zijn loon is opgebouwd (basisloon, provisie, overwerk enzovoort) en welke premies en belastingen er op het brutoloon zijn ingehouden.

Slide 9 - Tekstslide

Doorbetaling van loon als er niet wordt gewerkt
Met ingang van januari 2020 is er nieuwe wetgeving m.b.t. het doorbetalen van loon. De nieuwe hoofdregel van dit artikel is: geen arbeid, toch loon. 
De werkgever is in beginsel verplicht om loon door te betalen, ondanks dat de werknemer geen arbeid verricht. 
De bewijslast dat het niet verrichten van arbeid voor rekening van de werknemer komt ligt bij de werkgever.


Slide 10 - Tekstslide

Doorbetaling van loon als er niet wordt gewerkt

Situaties waarin de werkgever sowieso het loon door moet betalen:
  • Vakantie
  • Ziekte
  • Sommige vormen van verlof
  • Geen aanbod van werk.

Vakantie
Iedere werknemer heeft recht op een minimum aantal vakantiedagen. Dit is gebaseerd op een volledige werkweek. Deze dagen worden doorbetaald. 
Bovenop je loon heb je recht op minimaal 8% van je bruto loon als vakantietoeslag 

Slide 11 - Tekstslide

Doorbetaling van loon als er niet wordt gewerkt

Ziekte
Bij ziekte is de werkgever verplicht minimaal 70% van je loon door te betalen voor een periode van 2 jaar. 

Kortdurend zorgverlof
Er zijn verschillende vormen van kortdurend zorgverlof. 

Geen werk
Als de werkgever tijdelijk geen werk heeft moet hij hem het loon doorbetalen. Dit geldt voor normale bedrijfsrisico's zoals bijvoorbeeld een stroomstoring of te weinig opdrachten. Dit mag echter voor de eerste 6 maanden in het contract worden uitgesloten. 

Slide 12 - Tekstslide

Doorbetaling van loon als er niet wordt gewerkt
De werkgever hoeft zich niet aan de loondoorbetalingsplicht te houden wanneer: 

  • De werknemer aan een staking deelneemt
  • De werknemer regelmatig te laat komt
  • De werknemer zonder te melden niet komt werken (ongeoorloofd verzuim)
  • De werknemer zich ziek meldt omdat een kind ziek is
  • De werknemer in de gevangenis zit.

Slide 13 - Tekstslide

Arbeid
Typerend voor een arbeidsovereenkomst is dat de werknemer het werk zelf moet uitvoeren. 

Een werknemer kan geen ander sturen om het werk te doen.

Slide 14 - Tekstslide

Belang van een arbeidsovereenkomst 
Is er een arbeidsovereenkomst, dan gelden er automatisch wettelijke plichten voor de werkgever die de positie van de werknemer beschermen. 

Is er een geschil dan kijkt de rechter kijkt niet naar de naam die partijen aan hun contract geven, maar naar de feitelijke situatie. Ziet hij de drie kenmerken van de arbeidsovereenkomst terug in de arbeidsverhouding – gezag, loon en persoonlijke arbeid – dan zal hij bepalen dat er een arbeidsovereenkomst is en dat de werknemer dus op een aantal punten beschermd wordt. 




Slide 15 - Tekstslide

Belang van een arbeidsovereenkomst 
Ook voor de absolute competentie van de rechter is het van belang om te weten om welke arbeidsverhouding het gaat. 

Een geschil over een arbeidsovereenkomst wordt altijd behandeld door de kantonrechter. 

Bij geschillen over een overeenkomst tot opdracht of tot aanneming van werk is de kantonrechter bevoegd tot € 25.000. 

Draait het conflict om meer geld, dan wordt de zaak behandeld door een rechter van een andere kamer van de rechtbank.

Slide 16 - Tekstslide

Rechtsvermoeden van een bestaan van een arbeidsovereenkomst 

Wie kan aantonen dat hij gedurende een aaneengesloten periode van drie maanden:
  1. Iedere week, of tenminste twintig uur per maand,
  2. Arbeid heeft verricht voor hetzelfde bedrijf
  3. Krijgt het voordeel van de twijfel (art. 7:610a BW).

Er is dan een weerlegbaar rechtsvermoeden. Dit wil zeggen dat de rechter ervan uitgaat dat er een arbeidsovereenkomst is, tenzij de werkgever kan aantonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Wat is er bijzonder aan dit rechtsvermoeden? Het keert de bewijslast om. Normaal gesproken moet degene die iets stelt, met bewijs komen.


Slide 17 - Tekstslide