IBO 9 nieuw

B- studenten
  • Maak opdracht 11, 12, 13, 15, 16, 17, 18 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

B- studenten
  • Maak opdracht 11, 12, 13, 15, 16, 17, 18 

Slide 1 - Tekstslide

V- studenten
Maak opdracht 55 & 56

Bespreek daarna met een andere student wat hij/zij zou doen. Misschien kom je nog op een ander goed idee daardoor. Schrijf dit dan op. 

Slide 2 - Tekstslide

Groepslid Bram is volgende week jarig. Je vertelt dit aan de rest van de groep.
Discreet
Niet discreet

Slide 3 - Poll

B- leskaarten IBO 9
  • B 9.1 : Begroeten en ontvangen

  • B 9.2: Registreren, informeren en doorverwijzen

  • B 9.3: Een gesprek voeren

  • Afsluitende beroepsopdracht 

Slide 4 - Tekstslide

'Staat derden te woord'

Slide 5 - Woordweb


Beroepsopdracht 9

Cliënten, gasten, klanten en collega's te woord staan


Slide 6 - Tekstslide

Herinnering
- Afsluitende beroepsopdracht 8 stage.
- IBO 8 helemaal af? Inleveren in teams


Slide 7 - Tekstslide

VANDAAG
  • Van deze beroepsopdracht leer ik.....
  • Kerntaak en werkprocessen
  • B9.1
  • V9.4

Slide 8 - Tekstslide

Van deze beroepsopdracht leer ik....
Wanneer je als assistent dienstverlening werkt kom je vaak in contact met mensen. Je voert allerlei diensten uit, dat zijn werkzaamheden die jij voor anderen doet. Het kan zijn dat je mensen moet ontvangen. Wanneer jij iemand niet kan helpen dan moet je doorverwijzen naar een collega. Het kan ook zijn dat je moet doorverwijzen naar een ruimte. 

In deze beroepsopdracht leer je hoe je cliënten, gasten, klanten en collega’s op de juiste manier ontvangt, te woord moet staan en doorverwijst. Je leert over de omgang met andere mensen en hoe je een gesprek kunt voeren.

Slide 9 - Tekstslide

Werkprocessen
De opleiding assistent dienstverlening bestaat uit de kerntaak: ‘Voert assisterende werkzaamheden uit’. Deze kerntaak bestaat uit drie werkprocessen. In deze opdracht ga je aan de slag met één van deze werkprocessen: ‘Staat derden te woord en verwijst hen door’.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

V- leskaarten IBO 9
  • V 9.4: Privacy

  • V 9.5: Cliënten, gasten of klanten te woord staan aan de telefoon

  • V 9.6: Onverwachte situaties bij het te woord staan van cliënten, gasten of klanten

  • Afsluitende verdiepende beroepsopdracht

Slide 12 - Tekstslide

GALGJE

Slide 13 - Tekstslide

Weten, kunnen, gedrag
  Wat moet ik weten? 

Wat moet ik kunnen?

Welk gedrag hoort daarbij?


Slide 14 - Tekstslide

B- studenten

  • Maak opdracht 1 t/m 6

    Klaar? Laat de opdrachten nakijken door een klasgenoot. De ander mag met een andere kleur iets erbij typen 

Slide 15 - Tekstslide

V- studenten
Leskaart V9.4: Privacy

  • Maak opdracht 47 t/m 52

Klaar? Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.

Slide 16 - Tekstslide

Groepslid Dirkje is sinds 6 weken ongewenst zwanger. Je vertelt dit aan de rest van de groep.
Discreet
Niet discreet

Slide 17 - Poll

De vader van groepslid Wieke zit in de gevangenis. Je vertelt dit aan de rest van de groep.
Discreet
Niet discreet

Slide 18 - Poll

Groepslid Freek heeft een prijs gewonnen met voetbal. Je vertelt dit aan de rest van de groep.
Discreet
Niet discreet

Slide 19 - Poll

Groepslid Tana gaat volgende week naar de dokter. Je vertelt dit aan de rest van de groep.
Discreet
Niet discreet

Slide 20 - Poll

Representatief
Het is belangrijk om er representatief uit te zien en je representatief te gedragen op je werk en/of stage. Je bent namelijk het visitekaartje van het bedrijf. Je hoort bij het bedrijf en mensen zien jou. Je moet jezelf dus netjes en correct presenteren.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe ziet iemand eruit die 'representatief' is? Noem minimaal 4 dingen.

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Video

Filmpje
Welke verschillen vallen jou op tussen de twee fragmenten?

Slide 24 - Tekstslide

Beoordelingsformulier

Slide 25 - Tekstslide

Leskaart B 9.2: Registreren, informeren en doorverwijzen
Als assistent dienstverlening kun je werken achter een balie of receptie. Je bent dan de eerste persoon die de gast ziet. Je ontvangt de gast door te begroeten en vraagt waar je mee kunt helpen. Vaak kun je helpen door de gast te informeren, te registreren of door te verwijzen. Je kunt de gast vragen of hij een afspraak heeft. Zo kom je erachter waar hij precies moet zijn.

  • Maak opdracht 20 + 21 + 22

Slide 26 - Tekstslide

Doorverwijzen
Opdracht 23 t/m 26 gaan over doorverwijzen. Maak een tweetal. Jullie krijgen een groot vel met hierop een 'placemat'. Gebruik per vraag één vak en schrijf het antwoord op in het vak. Klaar? Bespreek in het groepje de antwoorden. Je hoeft de vragen niet meer te beantwoorden in het boekje, een foto van het placemat is ook goed.

Slide 27 - Tekstslide

V- studenten
  • Maak opdracht 57 + 58 + 59

Slide 28 - Tekstslide

V- studenten
Als assistent dienstverlening kan het zo zijn dat je cliënten/gasten/klanten te woord moet staan via de telefoon. Je kunt de ander dan niet zien. Sommige vaardigheden die je in de vorige leskaarten hebt geleerd kun je dan niet toepassen. De ander kan bijvoorbeeld niet zien of jij er representatief uitziet.



Gastvrijheid en beleefd zijn is aan de telefoon ook belangrijk. Als je met cliënten/gasten/klanten belt dan is dat anders dan met je vrienden of familie bijvoorbeeld. Tijdens een telefoongesprek moet je je aan een paar regels houden.

Slide 29 - Tekstslide

Van deze beroepsopdracht leer ik....
De verdiepende beroepsopdracht gaat over onverwachte situaties in het contact met cliënten, gasten, klanten en collega’s. Je leert hoe je rekening houdt met privacy en het eerlijk omgaan met de eigendommen van anderen. 

Ook leer je hoe je met klachten moet omgaan en hoe je telefonisch iemand te woord moet staan.

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 19
We gaan oefenen met het ontvangen van klanten/gasten/cliënten. We gaan in drietallen rollenspellen doen met de hele klas. Lees de opdracht op bladzijde 16.

Slide 31 - Tekstslide

B- studenten
Opdracht 7: 
Maak een tweetal. Zoek allebei op wat verbale en non- verbale communicatie is en schrijft dit op.

Bedenk een voorbeeld van non- verbale of verbale communicatie. Laat de ander raden waar het bij hoort. Maak daarna samen opdracht 8, 9 en 10.

Slide 32 - Tekstslide

Hoe houd jij op stage rekening met de privacy van de cliënten/gasten/klanten?

Slide 33 - Open vraag