Betrekkelijk voornaamwoord (die/dat/wat)
- Die verwijst naar de-woorden en meervoudsvormen.
De sollicitant die als eerste reageerde, was ook de beste.
Er zijn mensen die al dertig jaar lid zijn van de schaatsvereniging.
- Dat verwijst naar het-woorden.
Het boek dat ik lees, is erg spannend.
De stagiair vertelde enthousiast over het plan dat hij ’s nachts bedacht had.
Het meisje dat piloot wil worden, zit naast Jaap.
- Wat verwijst naar hele zinnen.
Fenna wilde graag naar de speeltuin, wat haar moeder een uitstekend idee vond.