Onderwerp: geeft in paar woorden aan waar jouw betoog over gaat.
Publiek: geeft aan voor welke groep mensen jij schrijft.
Tekstdoel: overtuigen
Inleiding: eerste alinea van de tekst. Geeft aan wat jouw standpunt is over de stelling.
Middenstuk: bevat drie argumenten en onderbouwingen. Waarom ben jij voor of tegen deze stelling?
Slot: laatste alinea tekst. Geeft conclusie, samenvatting, advies. Herhaling standpunt uit inleiding.