In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom
4 MAVO || 2022-2023
Hoofdstuk 5 - Kan de overheid dat regelen?
Exameneenheid Overheid en bestuur
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Vorige les
Lesdoelen
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 2 - Tekstslide
Verzorgingsstaat
Nederland is een verzorgingsstaat.
De overheid geeft veel geld uit aan gezondheidszorg, onderwijs en woningbouw.
Ook zorgt de overheid dat iedereen voldoende inkomen heeft om van te leven.
Slide 3 - Tekstslide
Sociale zekerheid
De sociale zekerheid in Nederland is in wetten geregeld en bestaat uit:
1.sociale verzekeringen
2.sociale voorzieningen
Slide 4 - Tekstslide
Volksverzekeringen
Voor alle inwoners van Nederland
Iedereen tot de pensioenleeftijd betaalt premie
Bijvoorbeeld:
AOW (Algemene Ouderdomswet)
Anw (Algemene nabestaandenwet)
Wlz (Wet langdurige zorg)
Werknemersverzekeringen
Voor mensen die in loondienst werken of hebben gewerkt
De werkgever betaalt de premie
Bijvoorbeeld:
WW (Werkloosheidswet)
WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)
Sociale verzekeringen
Voor als je zonder inkomen komt te zitten.
Er zijn twee soorten sociale verzekeringen
Slide 5 - Tekstslide
AOW
Anw
Wlz
WW
WIA
bijstandsuitkering
huurtoeslag
zorgtoeslag
betaald met
betaald met
betaald door:
betaald door:
belastinggeld
iedereen met een inkomen
premies
sociale verzekering
sociale voorziening
sociale zekerheid
volksverzekering
werkgevers
werknemersverzekering
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Aan het einde van de les
kun je verklaren hoe de overheid de inkomsten en uitgaven onder controle houdt
kun je berekenen hoe je (snel) van miljarden naar miljoenen rekent en andersom
kun je verklaren hoe de rijksoverheid aan haar inkomsten komt
Kun je benoemen wat voor inkomsten de gemeente heeft
Slide 8 - Tekstslide
www.rijksoverheid.nl
Slide 9 - Link
www.rijksoverheid.nl
Slide 10 - Link
Uitgaven en inkomsten van de overheid
Rijksbegroting = verwachte uitgaven en inkomsten van de overheid in het komende jaar.
In de miljoenennota worden de gemaakte keuzes uitgelegd. Doordat de overheid leent, is er een staatsschuld.
Doordat de overheid leent, is er een staatsschuld.
Worden er meer inkomsten dan uitgaven verwacht? Dan is er een begrotingsoverschot.
Worden er meer uitgaven dan inkomsten verwacht? Dan is er een begrotingstekort.
Slide 11 - Tekstslide
Wat kan de overheid doen als het last heeft van een begrotingstekort?
Slide 12 - Open vraag
Begrotingstekort
Een begrotingssaldo is het verschil tussen de verwachte inkomsten en uitgaven. Er is sprake van een begrotingstekort als er meer geld wordt uitgegeven dan er inkomsten zijn. De landen in Europa hebben afgesproken dat hun begrotingstekort niet te hoog mag zijn elk jaar
Als er meer inkomsten zijn dan uitgaven noemen we dan een begrotingsoverschot
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Staatsschuld
Slide 15 - Tekstslide
Wat zijn de gevolgen van een grotere staatschuld voor de overheidsuitgaven?
Slide 16 - Open vraag
Staatschuld
De overheid leent geld
Gevolg = De staatsschuld stijgt --> De overheid is elk jaar extra geld kwijt aan rente en aflossing om de schulden af te betalen.
Slide 17 - Tekstslide
Staatschuld
Een begrotingstekort = toename staatsschuld
Een begrotingsoverschot = afname staatschuld
Slide 18 - Tekstslide
In 2022 moest de overheid 4,3 miljard euro aan rente betalen over de staatschuld. De staatschuld in 2022 stond op 415 miljard euro. Bereken het percentage aan rente dat de overheid moest betalen over de staatschuld. Afronden op 2 decimalen.
Slide 19 - Open vraag
Aan de slag
Maken t/m 5.4 tot en met 6
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken en werken aan leerdoelen -> Herhalingsopdrachten maken