h5 herhalen balansmutaties

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

De balans

Agenda

1. Belangrijkste kenmerken (mutatie)balans
2. Het huiswerk van vandaag klassikaal (5.8 t/m 5.11)
3. Zelf aan de slag (5.12 t/m 5.17)
4. Nakijken + reflectie

h3s

Balans

1. Er zijn activa (bezittingen) en passiva (financiering)

2. Een balans heeft een debetzijde (activa) en een creditzijde (passiva)

3. De balans is een momentopname

4. De balans moet altijd in evenwicht zijn

Balansmutaties

1.  Veranderingen die van invloed zijn op de balans

2. Altijd weergeven of het een toename (+) of afname (-) is

3. De mutatiebalans is ook altijd in evenwicht (er zijn dus altijd minimaal twee mutaties)

1. Een deel van de bezittingen betaalt de onderneming met eigen vermogen

2.  Er zijn twee manieren om het eigen vermogen te berekenen

3. Het eigen vermogen is geld dat de onderneming door de jaren heeft verdient. Het geld is geïnvesteerd in de eigen onderneming

1. Een deel van de bezittingen betaalt de onderneming met eigen vermogen

2.  Er zijn twee manieren om het eigen vermogen te berekenen

  3. Het eigen vermogen is geld dat de onderneming door de jaren heeft verdient. Het geld is geïnvesteerd in de eigen onderneming

Manier 1:

Alle bezittingen (totaal debet) - 

het vreemd vermogen (lang en kort)

Manier 2: 

Vorig eigen vermogen + winst

of

Vorig eigen vermogen - bedrijfskosten

Een debiteur van Bol BV betaalt per bank. De balansposten die veranderen..

1. debiteur+ bank -
2. debiteur - bank +
3. debiteur - kas +
4. debiteur + kas -

Bol BV lost per bank 500 euro af op een hypothecaire lening

1. bank - 500 hyp lening + 500
2. bank +500 hyp lening +500
3. bank - 500 hyp lening - 500
4. bank - 500 bedrijfspand - 500

Bol BV betaalt zijn crediteuren met contant (cash) geld

1. kas - crediteuren -
2. kas - crediteuren +
3. bank - crediteuren -
4. bank - crediteuren +

TakeAway BV koopt per bank een elektrische scooter om sushi rond te brengen

1. transportmiddelen - bank -
2. transportmiddelen + bank -
3. transportmiddelen + bank +
4. transportmiddelen - eigen vermogen -

Bol BV betaalt rente (500 euro) per bank over zijn hypothecaire lening

1. bank - eigen vermogen +
2. bank - hypo lening -
3. kas - eigen vermogen -
4. bank - eigen vermogen -

Aan de slag

Maken: Opgave 5.6 t/m 5.11

Hoe: In stilte, overleg op fluistertoon met je buur

Kom je er niet uit? --> Vinger

Klaar? Opgave 5.18

Bol BV doet een afschrijving op haar inventaris

1. inventaris + bank +
2. inventaris + eigen vermogen -
3. inventaris - bank -
4. inventaris - eigen vermogen -

Bol BV betaalt het personeel met contant geld

1. personeel - kas -
2. kas - personeel +
3. kas - eigen vermogen -
4. kas - lening-

Bol BV verkoopt op rekening voor 2500 euro aan goederen. De inkoopwaarde was 2000 euro.

1. debiteuren +2500 kas +2500
2. voorraad + 2000 debiteuren - 2500
3. voorraad -2000 bank + 2500 EV +500
4. debiteuren +2500 voorraad -2000 EV +500

Bol BV betaalt de crediteuren per bank

1. bank + crediteuren +
2. bank - crediteuren -
3. bank + crediteuren -
4. bank - crediteuren +

Bol BV doet giraal een aflossing op zijn 8% lening.

1. bank - 8% lening -
2. kas - 8% lening -
3. bank - 8% lening +
4. bank - eigen vermogen -

Hoe gingen deze quizvragen bij je?

😒🙁😐🙂😃

Samengevat..

De balans is een overzicht van alle bezittingen (activa), eigen vermogen en vreemd vermogen van een onderneming.

Een mutatiebalans is een deelbalans waarin alleen de balansposten (met bedragen) gemeld staan die veranderen door een financiële transactie.

Aan de slag

Maken: Opgave 5.11 t/m 5.17

Hoe: In stilte, overleg op fluistertoon met je buur

Kom je er niet uit? --> Vinger

Klaar? Opgave 5.18

Reflectie...

Probeer de volgende vragen te beantwoorden over de leerdoelen:

• Het eigen vermogen op de balans op twee manieren berekenen
• Een mutatiebalans opstellen

Wat is het Eigen Vermogen (EV)?

1. Het geld dat je op een spaarrekening hebt staan
2. Het geld in je spaarpot
3. Het geldbedrag dat de ondernemer zelf in de onderneming heeft gestopt.
4. Geleend geld bij een bank of anderen

Eigen vermogen van 1 januari 2020 + de brutowinst over het jaar 2020 = het eigen vermogen op 1 januari 2021

1. Juist
2. Onjuist

Het eigen vermogen staat

1. aan de debetzijde van de balans
2. op de winst - verlies rekening
3. bij vlottende activa
4. aan de creditzijde van de balans

Welke balansmutaties vinden er plaats?

Betaling per bank aan crediteuren € 14.000.

1. Eigen vermogen - € 14.000 Crediteuren + € 14.000
2. Bank - € 14.000 Eigen vermogen - € 14.000
3. Bank - € 14.000 Crediteuren - € 14.000
4. Bank - € 14.000 Crediteuren + € 14.000

Welke balansmutaties vinden er plaats?

Per kas gekocht goederen ter waarde van € 1.400.

1. Voorraad - € 1.400 Kas - € 1.400
2. Voorraad + € 1.400 Kas - € 1.400
3. Voorraad - € 1.400 Crediteuren - € 1.400
4. Voorraad - € 1.400 Crediteuren + € 1.400

Welke balansmutaties vinden er plaats?

De onderneming verkoopt goederen op rekening voor €14.200. De inkoopwaarde is €9.400.

1. Debiteuren +€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
2. Debiteuren -€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
3. Debiteuren +€14.200 Voorraad -€14.200
4. Debiteuren +14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen-€4.800