In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Economie
Balans
Herhaling voor de toets
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen:
- Uitleggen wat een balans is.
- Het kennen van indeling van de balans
- Het op de juiste plek plaatsen van de balansposten
- Het opstellen van een mutatiebalans
Slide 2 - Tekstslide
Balans
Slide 3 - Tekstslide
De balans
Ondernemingen en andere organisaties stellen minstens één keer per jaar een balans op, vaak aan het einde van het jaar. De balans geeft een financieel overzicht van de onderneming/ organisatie op een bepaald moment . Een balans is altijd in evenwicht
Slide 4 - Tekstslide
De balans
Links/debet/activa:
-Vaste activa
-vlottende activa
- liquide middelen
Rechts/credit/passiva:
- eigen vermogen
- vreemd vermogen
Slide 5 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van een inventaris
Slide 6 - Open vraag
Een debiteur betaalt per bank. De balansposten die veranderen..
A
debiteur+
bank -
B
debiteur -
bank +
C
debiteur -
kas +
D
debiteur +
kas -
Slide 7 - Quizvraag
Jay lost per bank 500 euro af op zijn hypothecaire lening
A
bank - 500
hyp lening + 500
B
bank +500
hyp lening +500
C
bank - 500
hyp lening - 500
D
bank - 500
bedrijfspand - 500
Slide 8 - Quizvraag
Jay betaalt zijn crediteuren met contant (cash) geld
A
kas -
crediteuren -
B
kas -
crediteuren +
C
bank -
crediteuren -
D
bank -
crediteuren +
Slide 9 - Quizvraag
Jay doet een afschrijving op haar inventaris
A
inventaris +
bank +
B
inventaris +
eigen vermogen -
C
inventaris -
bank -
D
inventaris -
eigen vermogen -
Slide 10 - Quizvraag
Jay betaalt rente (500 euro) per bank over zijn hypothecaire lening
A
bank -
eigen vermogen +
B
bank -
hypo lening -
C
kas -
eigen vermogen -
D
bank -
eigen vermogen -
Slide 11 - Quizvraag
Jay betaalt zijn personeel per kas
A
personeel -
kas -
B
kas -
personeel +
C
kas -
eigen vermogen -
D
kas -
lening-
Slide 12 - Quizvraag
Jay verkoopt op rekening voor € 2500 aan goederen. De inkoopwaarde was € 2000.
A
debiteuren-
kas+
B
voorr goed + 2000
debiteuren - 2500
C
voorr goed -2000 bank + 2500 EV +500
D
debiteuren+ voorr goederen - 2000 EV +500
Slide 13 - Quizvraag
Jay betaalt zijn crediteuren per bank (liquide activa)
A
bank +
crediteuren +
B
bank -
crediteuren -
C
bank +
crediteuren -
D
bank -
crediteuren +
Slide 14 - Quizvraag
Samengevat..
De balans is een overzicht van alle bezittingen (activa), eigen vermogen en vreemd vermogen van een onderneming (hoe is het gefinancierd).
Een mutatiebalans is een deelbalans waarin alleen de balansposten (met bedragen) gemeld staan die veranderen door een financiële transactie.
Slide 15 - Tekstslide
Leerdoelen:
- Uitleggen wat een balans is.
- Het kennen van indeling van de balans
- Het op de juiste plek plaatsen van de balansposten