Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
wk14 6 mrt - modale ww - opdrachten maken
Doelen voor 6 april
herhalen modale ww: je weet beter hoe het zit
je gaat aan het werk met de opdrachten
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Doelen voor 6 april
herhalen modale ww: je weet beter hoe het zit
je gaat aan het werk met de opdrachten
Slide 1 - Tekstslide
modale werkwoorden
dürfen
= mogen, toestemming
können
= kunnen
mögen=
lusten, lekker vinden, aardig vinden
müssen
= moeten (noodzaak)
wollen
= willen
sollen
= moeten (wil van iemand)
wissen
= weten
ich
d
a
rf
k
a
nn
m
a
g
m
u
ss
w
i
ll
soll
w
eiß
du
d
a
rf-
st
k
a
nn -
st
m
a
g -
st
m
u
ss -
t
w
i
ll -
st
soll -
st
w
eiß
-
t
er/sie/es
d
a
rf
k
a
nn
m
a
g
m
u
ss
w
i
ll
soll
w
eiß
wir
dürf -
en
könn -
en
mög -
en
müss -
en
woll -
en
soll -
en
wiss -
en
ihr
dürf -
t
könn -
t
mög -
t
müss -
t
woll -
t
soll -
t
wiss -
t
sie/Sie
dürf -
en
könn -
en
mög -
en
müss -
en
woll -
en
soll -
en
wiss -
en
ge
- durf -
t
ge
- konn -
t
ge
- moch -
t
ge
-muss -
t
ge
- woll -
t
ge
- soll -
t
ge
- wuss-
t
Slide 2 - Tekstslide
Wat valt dus op?
1. klinkerwisseling alleen bij ich, du en er/sie/es
2. ich en er/sie/es zijn hetzelfde
3. wir, ihr, sie/Sie gaan gewoon zoals een regelmatig ww
Slide 3 - Tekstslide
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(moeten=noodzaak) Er....... zur Toilette gehen.
A
muss
B
müss
C
musse
D
müsse
Slide 4 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(willen) Ich ..... noch Hausaufgaben machen.
A
woll
B
wollt
C
willt
D
will
Slide 5 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(houden van, lusten) ...... ihr auch ein Eis?
A
magt
B
magen
C
mögt
D
mögen
Slide 6 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(weten) ..... du ob ich morgen kommen kann?
A
wisst
B
wissst
C
weist
D
weißt
Slide 7 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(mogen) Ich ....... in die Disko gehen.
A
dürf
B
darf
C
dürfe
D
darfe
Slide 8 - Quizvraag
Schrijf de juiste vertaling en de juiste vorm op:
Er (mogen) _____ jetzt ein Eis.
Slide 9 - Open vraag
Schrijf de juiste vertalingen en de juiste vormen op:
Ihr (weten) ______ was ihr jetzt
machen (moeten, bevel) _______
Slide 10 - Open vraag
Ik snap de modale werkwoorden:
A
Helemaal! (Total!)
B
Helemaal niet! (Total nicht!)
C
Bijna - nog even oefenen (Fast - noch üben)
D
Een beetje (Ein bisschen)
Slide 11 - Quizvraag
En nu?
Maken van opdrachten:
4 tm 6 (Wörter A und B, lezen)
8, 9 (modale ww)
opdracht modale ww
Slide 12 - Tekstslide
Hausaufgaben
l. Wörter A und B Kapitel 5
meenemen gemaakt opdrachten op 9 april
Slide 13 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
vwo 5/september 2024/ott en ovt modale hulpwerkwoorden
December 2021
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Modale werkwoorden
Mei 2024
- Les met
34 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
23/11/zw/havo 3/ott modale hulpwerkwoorden
November 2023
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
modale hulpwerkwoorden ott
9 dagen geleden
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
3 Mavo modale hulpwerkwoorden
Februari 2023
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
3Md - Thema 6 - 26 januari 2024
Januari 2024
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Modale werkwoorden tegenwoordige tijd
Februari 2024
- Les met
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Modale werkwoorden
25 dagen geleden
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2