3T alle of allen

Lastige uitleg Spelling.....

Pak je schrift en doe mee....

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lastige uitleg Spelling.....

Pak je schrift en doe mee....

Slide 1 - Tekstslide

Alle of allen?

Beide of beiden?


Woorden als alle(n), enkele(n), weinige(n), sommige(n) 

en vele(n) schrijf je soms zonder (-n) en soms met (-n).


Hoe zit het nou?

Slide 2 - Tekstslide

Meervouds - n bij verwijzingen
Wanneer schrijf je sommige(n), alle(n), enkele(n), andere(n), vele(n) etc.?
  1. Als het een bijvoeglijk naamwoord is, schrijf je het zonder -n.                        Alle jongens hebben een voetbalbroek aan.
  2. Verwijst het woord naar personen, schrijf je het met -n.                   Sommigen van deze groep sporten liever in een jogging.
  3. Verwijst het woord niet naar personen, schrijf je het zonder-n.                      De boeken uit de mediatheek gaan alle mee naar beneden.

Slide 3 - Tekstslide

UITZONDERING!
- Staat er geen zelfst. nw. achter (zoals bij een bijv. nw.), maar kun je die wel denkbeelding invullen (het wordt al ergens voor of achter de zin gebruikt)? Dan schrijf je het zonder -n.
De meeste zitten op hun plek, want de leerlingen willen snel beginnen.

- Bij alle(n) en beide(n) vul je wel een -n in als het verwijst naar personen.
Meneer Biesheuvel en meneer Visser hebben iets gemeen. Ze geven beiden aardrijkskunde.

Slide 4 - Tekstslide

Beide(n) zijn getrouwd en hebben kinderen.
A
beide
B
beiden

Slide 5 - Quizvraag

De lege inktpatronen zijn alle(n) vervangen door nieuwe.
A
alle
B
allen

Slide 6 - Quizvraag

Beide(n) zijn gebouwd in de jaren dertig van de vorige eeuw.

Slide 7 - Open vraag

Peter en Wim weten nog niet of ze gaan, maar de meeste(n) gaan zeker.

Slide 8 - Open vraag

Ze zijn alle(n) lid van de bibliotheek.
A

Slide 9 - Quizvraag

De chocoladeletters waren beide(n) gebroken.
A
beiden
B
beide

Slide 10 - Quizvraag

Sommige(n) moesten nog een treinkaartje kopen.

Slide 11 - Open vraag

Alle proefwerkblaadjes waren ingeleverd, maar op sommige(n) stond geen naam.
A
sommige
B
sommigen

Slide 12 - Quizvraag

Maak opdracht 16

Ben je klaar, werk verder aan opdracht 18, 20 en 21

(= huiswerk volgende les).

Slide 13 - Tekstslide



Opdracht 16



1      dieet, tosti’s, pizza's



2      Mariëlles, kopieeën, kopiëren
kopieerapparaat



3      Liesbeths hobby’s, smeuïge, barbecueën



4      z'n drieën discussieerden, risico's, tattoos



5      hygiënisch, bacteriën,
infecties



6       vmbo'ers, sms’jes



7      Haarlems Dagblad,
commerciële, elektriciens ski-   instructeurs



8      ’s middags,
kerstcadeaus, cd'tje



Slide 14 - Tekstslide