De Nederlandse rechtspraak les 5

Leerdoelen

De student kan: 
1.Het verschil uitleggen tussen een overtreding en een misdrijf
2. Het verschil  benoemen tussen privaat recht en publieksrecht 
3. Vertellen hoe de Nederlandse rechtspraak werkt



1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen

De student kan: 
1.Het verschil uitleggen tussen een overtreding en een misdrijf
2. Het verschil  benoemen tussen privaat recht en publieksrecht 
3. Vertellen hoe de Nederlandse rechtspraak werkt



Slide 1 - Tekstslide

De Nederlandse rechtspraak

Slide 2 - Tekstslide

Overtreding of misdrijf? 

Slide 3 - Tekstslide

Privaatrecht & Publieksrecht

Slide 4 - Tekstslide

3

Slide 5 - Video

00:04
Hoe werkt de Nederlandse rechtspraak?
Iedereen heeft weleens een meningsverschil. 
Soms is er een groot conflict en moet een onafhankelijke partij het oplossen. Dat gebeurt in de rechtbank.
Nederland heeft 11 rechtbanken.

Slide 6 - Tekstslide

00:21
De rechtbank
De rechters doen dan uitspraak op basis van de wet en het recht.
Bij een civiele rechtszaak hebben 2 burgers een verschil van mening. Bijvoorbeeld bij een echtscheiding. Dit noemen we privaatrecht.
Je kunt ook een conflict hebben met de overheid. Bijvoorbeeld over een uitkering. Dan ga je naar de bestuursrechter.
Dit noemen we publieksrecht. 

Slide 7 - Tekstslide

00:43
Strafrechtzaak:
Tussen een verdachte en de officier van justitie.
De officier van justitie helpt de politie bij de opsporing van verdachten en eist namens de samenleving een straf.
 

Slide 8 - Tekstslide

1.Waarvoor dient de rechtbank?
A
Om rechters te laten oordelen over een overtreding
B
Om als onafhankelijke partij criminelen te stoppen
C
Om als onafhankelijke partij een conflict op te lossen
D
Om boetes uit te kunnen delen

Slide 9 - Quizvraag

2.Hoeveel rechtbanken zijn er in Nederland?
A
11
B
12
C
13
D
10

Slide 10 - Quizvraag

3.Wat hoort niet bij een civiele rechtszaak?
A
Organisaties en burgers hebben een verschil van mening
B
2 Burgers hebben een verschil van mening
C
2 Organisaties hebben een verschil van mening
D
2 overheidsinstanties hebben een verschil van mening

Slide 11 - Quizvraag

4. Als je als burger een conflict hebt met de overheid hoort het bij:
A
het civiele recht
B
het strafrecht
C
het politierecht
D
het bestuursrecht

Slide 12 - Quizvraag

5. Om welke partijen gaat het bij een strafrechtzaak?
A
de verdachte en de officier van justitie
B
de verdachte en de rechter
C
de verdachte en de getuigen
D
de verdachte en het slachtoffer

Slide 13 - Quizvraag

Maatschappelijk probleem
Welke oplossingen en gevolgen zijn er? 
Bureau Halt
Voorwaardelijke straf
Onvoorwaardelijke straf
VOG? 

Slide 14 - Tekstslide

Stelling 1: van mensen die de corona-maatregelen schenden moet het corona paspoort tijdelijk van ingenomen worden.

Slide 15 - Open vraag

Stelling 2: Fraude met de QR codes moet bestraft worden als misdrijf.

Slide 16 - Open vraag

Stelling 3: de straffen in Nederland zijn te laag

Slide 17 - Open vraag

Evaluatie leerdoelen

De student kan;
1. Het verschil uitleggen tussen een overtreding en een misdrijf
2. Het verschil benoemen tussen civiel recht en bestuurlijk recht  
3. Vertellen hoe de Nederlandse rechtspraak werkt
4. Zijn/haar mening formuleren en onderbouwen over de toepassing van de rechtspraak binnen de zorg


Slide 18 - Tekstslide