Woede: furie, verontwaardiging, wrok, toorn, wrevel, verbolgenheid, ergernis, bitterheid, irritatie, vijandigheid,
Verdriet: smart, rouw, vreugdeloosheid, zwaarmoedigheid, melancholie, zelfmedelijden, eenzaamheid, bedroefdheid, wanhoop
Angst: bezorgdheid, ongerustheid, nervositeit, zorg, wantrouwen (kan leiden tot jaloezie), zenuwachtigheid, schrik
Liefde: acceptatie, vriendelijkheid, vertrouwen, aardigheid, toewijding, verliefdheid
Vreugde: geluk, plezier, opluchting, tevredenheid, vervoering, verrukking, geamuseerdheid, trots, sensueel genot, extase, voldoening, beloning, euforie
Walging: minachting, ontzetting, verachting, misprijzen, verafschuwing, aversie, afkeer, weerzin
Verrassing/verbazing: schok, verbijstering, verwondering
Schaamte: schuldgevoel, verlegenheid, teleurstelling, wroeging, vernedering, spijt, gene, berouw