B&F, Geschiedenis, Geschiedenisquiz

GeschiedenisQuiz
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

GeschiedenisQuiz

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent VOC?
A
Verenigde Oostelijke Compagnie
B
Verenigde Oude Compagnie
C
Verenigd Ontario Centrum
D
Verenigde Oost Indische Compagnie

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een stapelmarkt?
A
een markt waar ze stapelbedden verkopen
B
een plek waar spullen van over de hele wereld doorverkocht worden.
C
een markt waar je stoelen op elkaar moet stapelen
D
een markt in het buitenland

Slide 4 - Quizvraag

De kooplieden uit de Republiek wilden niet dat mensen uit andere landen hun routes gebruikten. Hoe voorkwamen ze dit?
A
Door niet met andere mensen te praten
B
Door om te varen
C
door mensen tol te laten betalen
D
Door de kaarten geheim te houden

Slide 5 - Quizvraag

Hoe werd Nederland in
de Gouden Eeuw genoemd?
A
Holland
B
Koninkrijk der Nederlanden
C
De Republiek
D
Nederland

Slide 6 - Quizvraag

Wat hebben schepen en
de Gouden eeuw met elkaar te maken?
A
de schepen vervoerden spullen waar we rijk van werden
B
mensen vonden het leuk om te varen
C
de eerste schepen werden uitgevonden
D
schepen horen niet bij de Gouden eeuw

Slide 7 - Quizvraag

Wie was Michiel de Ruyter
A
een bakkersjongen
B
een boer
C
aanvoerder van de oorlogsvloot
D
koning van de oorlogsvloot

Slide 8 - Quizvraag

Welke antwoorden zijn specerijen?
A
peper
B
zout
C
nootmuskaat
D
pasta

Slide 9 - Quizvraag

Waarom gebruiken we de uitdrukking PEPERDUUR?
A
Peper is lang goed te houden
B
Peper is gezond, dan leef je langer
C
Peper was kostbaar en daar betaalde je veel voor
D
Dit woord komt uit het buitenland

Slide 10 - Quizvraag

Wat is kaapvaart?
A
Dat je naar Kaap de Goede Hoop vaart
B
Dat je een schip van een andere land verovert
C
Dat je vaart met een kaap
D
Dat je samen vaart

Slide 11 - Quizvraag

Welke wapens waren aan van boord de handelsschepen?
A
kanonnen
B
katapulten
C
paard en wagen

Slide 12 - Quizvraag

Wat gebeurde er met arme mensen in de Gouden Eeuw?(2 antwoorden)
A
moesten de stad verlaten
B
kregen eten op straat
C
werden opgesloten omdat ze bedelden
D
werden rijk

Slide 13 - Quizvraag

Weeskinderen sliepen in weeshuizen met z'n 3-en in 1 bed
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

In het weeshuis had je je eigen bord om van te eten?
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Jongens leerden een vak
Meisjes kregen handwerkles
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Hugo de Groot.....
A
was timmerman en werkte aan het paleis
B
was aanvoerder van de oorlogsvloot
C
was een arme bedelaar
D
schreef een boek met regels voor op zee

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een regent?
A
water uit de lucht waar je nat van wordt
B
bestuurder van een stad
C
een kok met een speciaal menu
D
een kapitein van een handelsschip

Slide 18 - Quizvraag

Wat deden de handelschepen om veiliger te varen?
A
in een groep varen
B
omvaren
C
niet varen
D
zigzaggend varen

Slide 19 - Quizvraag

Goed gedaan!
Je mag stoppen!

Slide 20 - Tekstslide