2HV la météo

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Objectif leçon
  • je  kan praten over het weer

Slide 3 - Tekstslide

Rol A

Tu as passé de bonnes vacances?

Tu as été où? 
Avec qui? 
Il a fait beau? 
rol B

Oui, c'était super


j

Slide 4 - Tekstslide

prends ton cahier

Slide 5 - Tekstslide

Om te vragen ....


1. hoe het weer is = quel temps fait-il?  il fait beau?

2. Hoe het weer was = quel temps il a fait?   il a fait beau? 

Slide 6 - Tekstslide

Uitdrukkingen met :  
 Il fait.......


verleden tijd:
il a fait......
il fait chaud = het is warm                      in de verleden tijd, zeg je : Il a fait
il fait froid     = het is koud

il fait beau  = het is mooi weer
il fait bon     = het is goed weer
il fait mauvais  = het is slecht weer

Il fait vingt degrés  = het is 20 graden
Il fait moins 5 degrés  = het is min 5


Slide 7 - Tekstslide

Uitdrukkingen met : il y a
  • Il y a eu du vent = het waait
  • il y a du soleil = het is zonnig
  • il y a des nuages = het is bewolkt
  • il y a du brouillard = het is mistig
  • il y a un orage = er is een onweersbui
  • il y a une tempête = het stormt

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Quel temps fait il?
A
Il fait chaud
B
Il fait beau
C
Il fait froid
D
Il y a du vent

Slide 11 - Quizvraag

Quel temps fait-il?
A
Il fait mauvais
B
Il pleut
C
Il grêle
D
Il fait beau

Slide 12 - Quizvraag

Quel temps fait- il?

Slide 13 - Open vraag

Quel temps fait- il?

Slide 14 - Open vraag

Quel temps fait-il?

Slide 15 - Open vraag

Quel temps fait-il?

Slide 16 - Open vraag

Quel temps fait il?

Slide 17 - Open vraag

Quel temps fait- il aujourd'hui ?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

kijk naar de video en beantwoord
de vraag: quel temps fait-il à Toulouse?

Slide 20 - Open vraag

Even samenvatten: 
  • Om de vraag te stellen wat voor weer het is zeg ik :..........................
  • Ik noteer in mijn schrift de uitdrukkingen met: 
il fait
il y a
il + ww
  • Ik leer deze uitdrukkingen n-f en f-n    (deze zijn niet in je wb)

Slide 21 - Tekstslide

Objectifs
Faire:
Ex. 3+6+7+10

Slide 22 - Tekstslide