Fictie 1 Les 1 Introductie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Lessenserie Fictie  Introductie

Onderdelen in deze les:

• Wat ga je de komende lessen doen?
• Hoe ga je dit doen?
• herhaling leerjaar 2 fictie, hoofd- en bijpersonen

Inhoud lessenserie

Deze lessenserie bestaat uit 6 lessen

In iedere les vind je theorie, oefeningen, opdrachten en evaluatie. Ieder onderdeel in de les heeft een eigen kleur. Per week zijn er 2 lessen die met jullie klas wordt gedeeld. De week erna moeten die lessen af zijn.

Kleurlegenda

• Theorie 
• Oefening 
• Opdracht 
• Evaluatie en reflectie 

Werken in Lessonup

Voor aanvang van de les vind je de les in jullie klas in Lessonup, je hebt je inmiddels aangemeld met de klascode.

• Je werkt in tweetallen aan de opdrachten
• Je vult wel ieder je eigen antwoorden in
• Ben je sneller klaar en wil je verder, vraag dan om de volgende les
• De docent controleert eerst of de vorige les is afgerond

Inleveren van opdrachten

Inleveropdrachten lever je in op Teams

Ruimte AHA

In ieder onderdeel vind je een verwijzing naar deze ruimte

Lesindeling

Maandag 23 oktober les 1

Dinsdag 24  oktober les 2

Maandag 30 oktober les 3

dinsdag 31 oktober les 4

Maandag 6 november Uitwerken opdracht les 4

Dinsdag 7 november Uitwerken opdracht les 4

Maandag 13 november les 5

Dinsdag 14 november les 6

Inleverdatum vlog: Donderdag 9 november

Voor we beginnen

Eerst even een quiz, wat weet je nog?

Waar of niet waar?
Non-fictie zijn teksten over de werkelijkheid

1. Waar
2. Niet waar

Welke tekstvorm valt niet onder fictie

1. Een verhaal in een tijdschrift
2. Een krantenartikel
3. Een gedicht
4. Een stripverhaal

Theorie Fictie

Verhalen zijn altijd verzonnen

Soms maakt het verhaal een echte indruk, omdat de mensen en gebeurtenissen lijken op de werkelijkheid

Theorie fictie

Een verhaal kan echt lijken door bijvoorbeeld:

• de omgeving
• hoe personen met elkaar praten en omgaan
• gebeurtenissen die in het echt ook zijn gebeurd
• hoe het verhaal afloopt

Wat weet je nog over hoofdpersonen?

Theorie 

De hoofdpersoon is het belangrijkste personage in een verhaal. Veel verhalen hebben één hoofdpersoon, maar soms zijn er twee hoofdpersonen of nog meer. 

Theorie

Je kunt een hoofdpersoon herkennen door te letten op de volgende dingen:

• Een hoofdpersoon wordt uitgebreid beschreven. Je leest wat deze persoon doet en hoe hij of zij eruitziet, maar ook wat hij of zij denkt en voelt. Je leert deze persoon dus heel goed kennen.
• Het grootste deel van het verhaal ‘beleef’ je vanuit een hoofdpersoon. Je ziet de gebeurtenissen door zijn of haar ogen.
• Een hoofdpersoon heeft in het verhaal een belangrijk probleem of een opdracht. Hij of zij heeft een duidelijk doel: het probleem oplossen of de opdracht volbrengen.

Theorie

Andere personages in het verhaal noem je bijpersonen of bijfiguren. Deze zijn minder belangrijk en hun karakter wordt minder uitgebreid beschreven.

Theorie

Een bijfiguur kan verschillende rollen hebben in het verhaal. Een helper helpt de hoofdpersoon bij het oplossen van zijn probleem of het bereiken van zijn doel. Een tegenstander maakt het de hoofdpersoon juist moeilijk. De rollen liggen niet vast, want relaties kunnen veranderen in de loop van een verhaal. Een helper kan zich tegen de hoofdpersoon keren en een tegenstander worden, of een tegenstander verandert in een helper.

Opdracht

Maak een lijstje van de hoofdfiguur en bijfiguren uit jouw boek, neem dit mee naar de volgende les

Evaluatie en reflectie

De volgende vragen zijn evaluatievragen

Beantwoord de vragen serieus, je hebt ze nodig voor je reflectieverslag!

Evaluatie en reflectie
Noteer hieronder wat je nog wist over hoofd - en bijpersonen

Evaluatie en reflectie
Ik vond het makkelijk/moeilijk om de hoofdpersoon in mijn boek te herkennen. Leg je antwoord uit.