1 Wie is de hoofdpersoon / wie zijn de hoofdpersonen?
2 Beschrijf zijn / hun uiterlijk.
3 Kies per persoon drie karaktereigenschappen.
4 Beschrijf zijn/ hun kenmerken (leeftijd, gezondheid, arm/rijk).
5 Wat is de relatie tussen de jongens (tegenstanders/helpers)?
6 Wat is de relatie tussen de jongens en de leraar (tegenstander/helper)?
7 Welk vertellersperspectief gebruikt de schrijver?
8 Is dit fictie of non-fictie , leg uit
9 Is het fragment realistisch of niet realistisch, leg uit
10 Zou je dit boek willen lezen? gebruik een beoordelingswoord in je uitleg.
11 Bedenk een spanningsvraag bij het gelezen fragment.