Dit is een oefentoets met alleen meerkeuzevragen. Het kan dus zijn dat je deze toets makkelijker ervaart dan de 'echte' repetitie. Zorg dat je altijd goed voorbereid bent op de repetitie, ongeacht het cijfer voor deze toets.
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
OEFENTOETS
havo/vwo 1 H1 par 1-2: kaartvaardigheden
Dit is een oefentoets met alleen meerkeuzevragen. Het kan dus zijn dat je deze toets makkelijker ervaart dan de 'echte' repetitie. Zorg dat je altijd goed voorbereid bent op de repetitie, ongeacht het cijfer voor deze toets.
Succes!
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen paragraaf 1
Je weet:
1. wat het verschil is tussen overzichtskaarten en thematische kaarten.
2. hoe de bevolkingsspreiding van Iran eruitziet en waarom.
3. welke vier dingen nodig zijn bij kaartlezen.
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen paragraaf 2
Je weet:
1. wat het verschil is tussen inzoomen en uitzoomen.
2. wat de vijf schaalniveaus zijn.
Slide 3 - Tekstslide
Een kaart is...
A
een vergrootte weergave van een gebied.
B
een verkleinde weergave van een gebied.
C
een gebied op ware grootte.
Slide 4 - Quizvraag
(Klik hiernaast op de kaart om deze groter te maken) Deze kaart noemen we ook wel een:
A
overzichtskaart
B
thematische kaart
C
legenda
D
wereldkaart
Slide 5 - Quizvraag
Deze kaart noemen we ook wel een:
A
Overzichtskaart
B
Thematische kaart
C
Landkaart
D
Toeristische kaart
Slide 6 - Quizvraag
Wat kan je zeggen over de bevolkingsspreiding in Iran?
A
De bevolkingsspreiding is overal ongeveer gelijk
B
De bevolkingsspreiding is ongelijk
C
Je kunt dit niet bepalen met de kaart die hierbij staat
Slide 7 - Quizvraag
In de afbeelding hiernaast staat
A
Een schaalstok
B
Thematische kaart
C
Een legenda
D
Topografie
Slide 8 - Quizvraag
In de afbeelding hiernaast staat
A
Een schaalstok
B
Een noordpijl
C
Een legenda
D
Topografie
Slide 9 - Quizvraag
Een kaart heeft een schaal van 1:300.000 Hoeveel is 1 cm op de kaart is dan in werkelijkheid?
A
300.000 cm dus omgerekend is dat 3.000 m of 3 km.
B
30.0000 cm dus omgerekend is dat 300 m of 0,3 km.
C
3000 cm dus omgerekend is dat 30m.
D
300 cm dus omgerekend is dat 3 m.
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het grootste schaalniveau?
A
Lokale schaal
B
Nationale schaal
C
Continentale schaal
D
Mondiale schaal
Slide 11 - Quizvraag
Als je van nationale schaal naar regionale schaal gaat, dan ben je aan het....
A
Inzoomen
B
Uitzoomen
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord hoort er op de puntjes?Een plattegrond is een kaart op..............schaal.
A
Nationale
B
Reginale
C
Lokale
D
Mondiale
Slide 13 - Quizvraag
Op welke schaal is Iran zichtbaar op de kaart hiernaast?