Organismen en hun leefomgeving
1 / 31
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Verbranding vinden we ...
timer
0:10
A
alleen bij consumenten
B
alleen bij reducenten
C
alleen bij producenten
D
bij alle organismen
Slide 2 - Quizvraag
Een kringloop in de natuur
wordt gesloten door...
wordt gesloten door...
timer
0:10
A
consumenten
B
reducenten
C
producenten
D
afvaleters
Slide 3 - Quizvraag
Het totale gewicht aan mieren
is wereldwijd groter dan het
totale gewicht aan olifanten.
is wereldwijd groter dan het
totale gewicht aan olifanten.
timer
0:10
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Het totale gewicht aan
plankton is wereldwijd groter
dan het totale gewicht aan walvissen.
plankton is wereldwijd groter
dan het totale gewicht aan walvissen.
timer
0:10
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Welke van de volgende stoffen is biotisch?
A
koolstofdioxide
B
zuurstof
C
water
D
glucose
Slide 24 - Quizvraag
Welke van de volgende stoffen is abiotisch?
A
zetmeel
B
water
C
eiwit
D
glucose
Slide 25 - Quizvraag
Behoren de egels op Texel tot dezelfde populatie als de egels op Vlieland?
A
nee
B
ja
Slide 26 - Quizvraag
Waarvan is egelpopulatie op Texel afhankelijk?
A
van het aantal regenwormen
B
van het aantal wolven
C
van het aantal zeehonden
D
van de hoeveel jacht door de mens
Slide 27 - Quizvraag
Niet alle energie wordt in
de voedselketens doorgegeven,
doordat een deel verloren gaat.
de voedselketens doorgegeven,
doordat een deel verloren gaat.
timer
0:10
A
helemaal waar
B
niet waar
C
een beetje waar
Slide 28 - Quizvraag
Maakt de lucht om ons heen deel uit van de koolstofkringloop?
A
nee
B
ja
Slide 29 - Quizvraag
Hoe wordt in de voedselketens koolstof doorgegeven in de koolstofkringloop?
A
als koolstofdioxide
B
alleen als glucose
C
als energierijke stof
D
alleen als eiwitten
