Taal TBI les 4 vertelperspectief personage wisseling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Personage wisseling

TBI Taal 

thema moed 

les 4

Vertelperspectief

Als je een verhaal leest, wordt het verhaal aan jou gepresenteerd vanuit een bepaald standpunt. Dit noem je het vertelperspectief.

Je kent de volgende vertelperspectieven:

• Ik-vertelperspectief
• Personaal vertelperspectief
• Auctoriaal vertelperspectief

Bij een auctoriaal vertelperspectief is er een 'alwetende verteller'. Deze alwetende verteller:

1. weet niks en neemt deel aan het verhaal
2. weet alles en neemt deel aan het verhaal
3. weet niks en neemt geen deel aan het verhaal
4. weet alles en neemt geen deel aan het verhaal

''Jeroen liep door de donkere ruimte, hij was bang wat hem zou kunnen overkomen."

1. ik-vertelperspectief
2. hij/ zij-vertelperspectief
3. alwetende verteller

'Later zou hij nog vaak aan deze dag terugdenken.'

Bij welk perspectief kan je deze zin tegenkomen?

1. ik-perspectief
2. alwetende verteller
3. personaal perspectief
4. elk vertelperspectief

Personage wisseling

Maak van een ander personage die een onderdeel speelt in jouw verhaal en leven, de hoofdpersoon.  Hoe beleeft hij of zij de situatie die jij beschreven hebt? Als je een verhaal leest, wordt het verhaal aan jou gepresenteerd vanuit een bepaald standpunt. Dit noem je het vertelperspectief. 

Je gaat hetzelfde fragment herschrijven vanuit het standpunt van een ander persoon. 

Personage wisseling: 

Vanuit welke personages kan je
dit bekende verhaal allemaal vertellen? 

Vanuit welke personages
kan je het bekende verhaal
'Sneeuwwitje' allemaal vertellen?

Mijn vakantie in Zuid-Frankrijk

Vorige week was ik met mijn familie op vakantie in Zuid-Frankrijk. 

Mijn ouders hebben een caravan en mijn zus en ik allebei een tentje. 

Iedere ochtend werd ik wakker van kleine kinderen die herrie maakten op het voetbalveldje naast mijn tent. 

Toen ik thuiskwam, moest ik eerst uitrusten!

opdracht 1

De vakantie van Dennis 

Dennis was vorige week met zijn familie op vakantie in Zuid-Frankrijk.

Zijn ouders hebben een caravan en Dennis en zijn zus allebei een tentje. Iedere ochtend werd hij wakker van herrie makende kleine kinderen op het voetbalveldje naast zijn tent. 

Toen hij thuiskwam van vakantie, moest hij eerst uitrusten!

opdracht 2

Aimée en Zuid-Frankrijk

Iedere ochtend kon Aimée heerlijk uitslapen op de camping. 

De buitenlucht in Zuid-Frankrijk deed haar goed. Haar ouders sliepen in een caravan maar haar broer en zij sliepen altijd in een bijzettentje. 

’s Morgens voetbalden de kleine buurkinderen in de ochtendzon op het campingveldje, zo schattig om te zien! Dennis werd niet zo blij van hun enthousiaste geluiden in de ochtend.
Wat jammer dat ze alweer naar huis moesten, ze had nog 

wel drie weken willen blijven!

opdracht 3

Personage wisseling

Maak van een ander personage die een onderdeel speelt in jouw verhaal en leven, de hoofdpersoon.  Hoe beleeft hij of zij de situatie die jij beschreven hebt? Als je een verhaal leest, wordt het verhaal aan jou gepresenteerd vanuit een bepaald standpunt. Dit noem je het vertelperspectief. 

Je gaat hetzelfde fragment herschrijven vanuit het standpunt van een ander persoon. 

Personage wisseling

Maak van een minder belangrijk personage die een onderdeel speelt in jouw verhaal en leven, de hoofdpersoon.  Hoe beleeft hij of zij de situatie die jij beschreven hebt? Als je een verhaal leest, wordt het verhaal aan jou gepresenteerd vanuit een bepaald standpunt. Dit noem je het vertelperspectief. 

Je gaat hetzelfde fragment herschrijven vanuit het standpunt van een ander persoon. 

Je verhaal heeft de volgende eisen: 

• Gebruik korte vertelzinnen. 
• Begin de zin met een hoofdletter en eindig met punt/vraagteken/uitroepteken. 
• Schrijf minimaal 15 zinnen, maximaal 30 zinnen.
  (Er is een verschil tussen zinnen en regels!)
• Schrijf een pakkende titel boven je verhaal. 
• Maak er een lopende tekst van, alsof het zo in een dagboek/ leesboek geplaatst zou kunnen worden. 
• Inleveren op woensdag 18 oktober in Teams bij 'opdrachten'. 

Personage wisseling - opdracht 3:
Door welk personage kan dit fragment ook verteld worden, naast Merel zelf?