2KM NE L16 lezen

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht
Startopdracht: lezen in je leesboek of tijdschrift
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Leesboek 
  • Schrift /pen
timer
15:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht
Startopdracht: lezen in je leesboek of tijdschrift
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Leesboek 
  • Schrift /pen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Mededelingen
  • Herhaling
  • Nieuwe uitleg
  • Opdrachten maken
  • Numo
  • Huiswerk
  • Evaluatie les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik ken de leesstof van eerder dit jaar en vorig jaar.
  • Ik kan feiten, meningen, standpunten en argumenten herkennen in een tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Mededelingen
Wat moet ik weten?

Slide 4 - Tekstslide

Onderwerp
Hoe vind je het onderwerp van een tekst:

1. Lees de tekst oriënterend.
2. Vraag: waar gaat deze tekst over?
3. Gebruik nooit een hele zin. 

Slide 5 - Tekstslide

Oriënterend lezen
Bekijk de tekst:
- Lees de titel.
- Kijk naar de afbeeldingen bij de tekst.
- Lees de tussenkopjes.
- Kijk of woorden anders gedrukt zijn, bijvoorbeeld vet, schuin, GROOT of gekleurd.
- Let op woorden die vaker gebruikt worden.
- Lees de eerste alinea








Slide 6 - Tekstslide

Precies lezen en hoofdgedachte
Bepaal het onderwerp.
- Lees de tekst precies.
- Begin of eind --> hoofdgedachte?
- Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?







Slide 7 - Tekstslide

Tekstdoelen en tekstsoorten
Tekstdoel
de schrijver wil
tekstsoorten
informeren
dat je iets te weten komt
nieuwsbericht, schoolboek, verslag
instrueren
datje leert hoe je iets moet doen
gebruiksaanwijzing, spelregels
overtuigen
dat je zijn mening overneemt
bespreking van een boek of film

Slide 8 - Tekstslide

Inleiding
  • Eerste deel
  • Je maakt kennis met het onderwerp
  • Vaak met voorbeeld of grappig verhaaltje 

Slide 9 - Tekstslide

Middenstuk
  • Grootste deel
  • Meeste informatie
  • Meerdere alinea's

Slide 10 - Tekstslide

Slot
  • Laatste deel
  • Belangrijkste herhaald
  • Let op: nieuwsberichten hebben vaak geen slot

Slide 11 - Tekstslide

Deelonderwerpen
  • Het middenstuk is vaak verdeeld in alinea's
  • In het middenstuk worden deelonderwerpen behandeld
  • Lees de tekst globaal: eerste en laatste zin van elke alinea

Slide 12 - Tekstslide

Woordraadstrategieën
  1. Synoniem
  2. Omschrijving
  3. Voorbeeld

Slide 13 - Tekstslide

Woordraadstrategieën
  1. Een tegenstelling zoeken
    maar, echter, daarentegen, toch
  2. Een bekend woorddeel zoeken 
    samenstellingen, voorvoegsels en achtervoegsels

Slide 14 - Tekstslide

Alinea's en kernzinnen
  • Nieuwe regel
  • Inspringen
  • Witregel

Belangrijkste informatie: kernzin
Eerste, tweede of laatste zin van een alinea

Slide 15 - Tekstslide

Tekstverbanden
  • Zinnen en alinea's hebben iets met elkaar te maken
  • Signaalwoorden zeggen welk verband

Slide 16 - Tekstslide

Opsomming
Meerdere dingen die bij elkaar horen. Signaalwoorden:
  • Ten eerste
  • Ten tweede
  • Om te beginnen
  • Ook
  • Verder
  • Ten slotte

Slide 17 - Tekstslide

Tijdsvolgorde (chronologie)
Dingen die in een bepaalde volgorde gebeuren. Signaalwoorden:
  • Vroeger
  • Later 
  • Nu
  • Eerst
  • Daarna
  • Vervolgens
  • Ten slotte
  • Nadat
  • Terwijl Dadelijk
  • Intussen

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld (toelichting)
Uitleg of voorbeeld geeft meer informatie. Signaalwoorden:
  • Bijvoorbeeld
  • Zo
  • Als
  • Zoals
  • Denk aan
  • Neem nou

Slide 19 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken: belangrijkste informatie in een tekst
Lees: inleiding en het slot. De eerste en laatste zin van elke alinea. 

Bijzaken: niet zo belangrijk
Vaak voorbeelden of een uitleg (denk aan signaalwoorden!)

Slide 20 - Tekstslide

Feit, mening, standpunt en argument
Feit: Iets waar of onwaar --> controleren

Mening of standpunt: wat iemand vindt --> eens of oneens
ik vind, volgens mij

Argument: waarom je iets vindt
want, omdat, namelijk, immers

Slide 21 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Je werkt in stilte
  • Maak opdracht 1 t/m 3 vanaf blz. 39

  • Heb je vragen? Sla deze even over. Over vijf minuten kan je ze stellen.

  • Klaar? Werk in Numo
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Samenwerken
  • Je mag rustig overleggen
  • Maak opdracht 1 t/m 3 vanaf blz. 39

  • Heb je vragen? Steek je hand op.

  • Klaar? Werk in Numo
timer
35:00

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Datum:
- 13 juni 2024
Maken:
  • Maak opdracht 1 t/m 3 vanaf blz. 39

Slide 24 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik ken de leesstof van eerder dit jaar en vorig jaar.
  • Ik kan feiten, meningen, standpunten en argumenten herkennen in een tekst.

Slide 25 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 26 - Tekstslide

Tot de volgende les!

Slide 27 - Tekstslide