Lezen: functies van tekstgedeelten deel 3

Funties van tekstgedeelten, tekststructuren en soorten argumenten

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Funties van tekstgedeelten, tekststructuren en soorten argumenten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze lessenserie:
  • kun je de functie van een tekstgedeelte benoemen (blok 3 en 4);
  • kun je de tekststructuur van een tekst benoemen (blok 3 en 4);
  • kun je van een argument de soort benoemen (blok 4).      

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Huiswerk nakijken
  • Soorten argumenten
  • Tekst lezen
  • Opdracht maken

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 2 (p. 174)
  • 1  a   Net als (r. 2) 
  •     b  Uitspraak = Ik maak mij zorgen over de kwaliteit van het onderwijs in                      Nederland.
  •     c   Vergelijking = Veel ouders maken zich zorgen over de kwaliteit van het                   onderwijs in Nederland. 
  • De kwaliteit van het onderwijs in Nederland
  • 3  Door het gebruik van een signaalwoord. Het woord Toch (r. 12) is een                    signaalwoord voor een tegenstelling. 
  • 4  Bij het laatste knelpunt: de werkdruk voor docenten is hoog (r. 15)
  •      Er is weinig tijd... 

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 2 (p. 174)
  • 5  a  Het is vreemd dat lesmethoden niet of nauwelijks zijn veranderd. (r. 18-20)
  •     De wetenschappelijke kennis over hoe kinderen leren is gegroeid. 
  • 6  a  Dat (r. 18) -> 'De lesmethoden op de school van mijn zoon lijken redelijk                veel op die uit mijn eigen schoolverleden.' (r. 16-18)
  •     b  Die (r. 25) -> 'volken die leven zoals onze voorouders - de Aché in                              Paraquay, de !Kung San in Botswana en de Hadza in Tanzania (r. 24-25) 
  • 7  Tussen alinea 4 en de alinea's 5 t/m 12. Vanaf alinea 5 wordt in elke alinea              een conclusie gegeven.  
  •      Alineaverband: gebruik van een aankondigende zin 

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 2 (p. 174)
  • We hebben veel informatie nodig om als volwassene in grote, complexe                samenlevingen te kunnen leven. Dit staat letterlijk in r. 32-34. 
  • 9  Evolutionair nieuwe vaardigheden kosten meer moeite en training dan                  andere vaardigheden. 
  • 10 Kinderen leren door te spelen met andere kinderen. Dit staat letterlijk                    in r. 39.
  • 11 a Er is een verband uitspraak-reden
  •     b Want

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 2 (p. 174)
  • 12  Dan zijn er rolmodellen. Zie alinea 9. 
  • 13  Nee, deze bewering klopt niet. Een onveilige leeromgeving vermindert het         leren van kinderen. Het leren stopt niet. 
  • 14  Ja, want kinderen moeten veel kunnen spelen, bewegen en elkaar                          aanraken (r. 59). 

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 2 (p. 174)
  • 15  a bewering
  •           De schrijver stelt dat het vreemd is dat lesmethoden nauwelijks                               vernieuwd zijn, terwijl de wetenschappelijke kennis over hoe kinderen                   leren gegroeid is. 
  • 15  b bewijs
  •           Als bewijs voor zijn stelling noemt de schrijver de inzichten die op een                   congres over het onderwijs door wetenschappers gedeeld zijn.  
  • 15  c  argumenten
  • 15  d  conclusie

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 2 (p. 174)
  • 16  Het onderwijs doet niets met de wetenschappelijke inzichten over hoe                 een kind het beste leert.          
  • 17  a  Subjectieve tekst
  •       b  De mening van de schrijver komt in de tekst duidelijk naar voren. 
  • 19   a   -
  •        b  De argumenten zijn allemaal objectief.
  • 20  Een bewering- en argumentstructuur
  •        Een bewering, gevolgd door argumenten en afgesloten met een conclusie.

                                                                             
                                               
                                                      

Slide 9 - Tekstslide

Objectief <--> Subjectief

  • objectief = zich beperkend tot de feiten
  • subjectief = persoonlijk


  • objectieve tekst = feiten
  • subjectieve tekst = mening van de schrijver

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 2 (p. 174) - vraag 18
Er zijn zorgen over de kwaliteit van het onderwijs in Nederland. Knelpunten zijn dat de doorstroom van kinderen uit arme gezinnen niet op orde is, de prestaties van jongens bij die van meisjes achterblijft en de werkdruk voor docenten te hoog is. De lesmethoden zijn oud. Dat is vreemd, want wetenschappelijke kennis over hoe kinderen leren is gegroeid. Een congres over onderwijs dat Het Evolution Institute organiseerde, leverde de volgende conclusies op:

– Kinderen zijn biologisch geprogrammeerd om te leren.
– Evolutionair nieuwe vaardigheden kosten meer moeite en intensieve training.
– Kinderen leren door spelen met andere kinderen.
– Leren moet snel beloond worden.
– Leren in gemengde groepen is beter.
– Angst, dwang of honger vermindert het leervermogen.
– Kinderen verschillen in leerstijl.
– Kinderen hebben beweging en aanraking nodig. 







Slide 11 - Tekstslide