Grammatica H3 2022 Lijdend voorwerp

Lesdoelen
Werkwoordelijk gezegd kunnen vinden
Weten wat een lijdend voorwerp is
Lijdend voorwerp kunnen aanwijzen

Leesmeters maken
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
Werkwoordelijk gezegd kunnen vinden
Weten wat een lijdend voorwerp is
Lijdend voorwerp kunnen aanwijzen

Leesmeters maken

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 2 - Open vraag

ZINSDELEN

werkwoordelijk gezegde



Alle werkwoorden in een zin die samen iets over het onderwerp zeggen, noem je het werkwoordelijk gezegde (wg).


Samen zeggen de werkwoorden wat er in een zin wordt gedaan of wat er is gedaan.



Slide 3 - Tekstslide

ZINSDELEN

werkwoordelijk gezegde



De persoonsvorm is altijd onderdeel van het 
werkwoordelijk gezegde.

werkwoordelijk gezegde =
persoonsvorm + alle andere werkwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het wg in deze zinnen?
Hij probeert het nieuwe seizoen in één avond te kijken.
Zij is haar broertje aan het halen.


Slide 6 - Tekstslide

Dit is het wg
Hij probeert het nieuwe seizoen in één avond te kijken.
Zij is haar broertje aan het halen.

Slide 7 - Tekstslide

Noem het wg in de volgende zin:
Ronald is zijn proefwerk aan het leren.

Slide 8 - Open vraag

Noem het wg in de volgende zin:
Hij probeert het antwoord te raden.

Slide 9 - Open vraag

Noem het wg in de volgende zin:
Sharona telt de seconden af.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
3.7 Grammatica 1, 3 en 4
Even in Talent Online kijken samen!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Maak deze opdracht alleen. 
Je krijgt hier tien minuten de tijd voor. Klaar?
Schrijf vijf extra zinnen over wat je vandaag gaat doen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Even wat vragen samen bekijken

Slide 19 - Tekstslide

Maak in 3.7 Grammatica
Vraag 10, 11 en 12
Ben je klaar? Lees in je boek.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe vind je een lijdend voorwerp?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Hoe vind je het lijdend voorwerp (lv)?

Wie/wat + wg + o

Slide 25 - Tekstslide

Noem het lijdend voorwerp:
Hij brengt boodschappen naar zijn oma.

Slide 26 - Open vraag

Noem het lv:
Maak jij je huiswerk eigenlijk wel?

Slide 27 - Open vraag

Noem het lv:
Marcel heeft Anna gisteren gezien.

Slide 28 - Open vraag

Maak zelf een zin met een lijdend voorwerp erin:

Slide 29 - Open vraag

Huiswerk
3.7 Grammatica 
Maken 10, 11, 12, 15, 18 en 19

Leer de theorie van 3.7 Grammatica

Ga nu de vragen maken in Talent Online. 
Klaar? Verder in je boek.

Slide 30 - Tekstslide

Leestijd
We lezen in ons eigen leesboek
Niet bij je? Pak voor deze les een boek uit de boekenkast.
Je schrijft op een blaadje in minstens 10 zinnen wat je ervan vindt. Dit lever je in aan het einde van de les.

Slide 31 - Tekstslide