In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Herhaling woordsoorten
zelfstandig werken
Slide 1 - Tekstslide
Zoe
Julia
Slide 2 - Tekstslide
Je boek: voorlezen
Deze week ga je een stukje voorlezen.
* Kies een leuk stukje
* Wil je van tevoren nog wat extra info vertellen?
* Lees het stukje van tevoren een paar keer door
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn werkwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 6 - Quizvraag
wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 7 - Quizvraag
De slimme leerling snapt het niet. Welk woord is het lidwoord?
A
de
B
slimme
C
het
D
leerling
Slide 8 - Quizvraag
De slimme leerling snapt het niet. Welk woord is het zelfstandig naamwoord?
A
slimme
B
leerling
C
snapt
D
de
Slide 9 - Quizvraag
De slimme leerling snapt het niet. Welk woord is het werkwoord?
A
snapt
B
de
C
leerling
D
slimme
Slide 10 - Quizvraag
De slimme leerling snapt het niet. Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
leerling
C
snapt
D
slimme
Slide 11 - Quizvraag
Leg uit: een lidwoord
Slide 12 - Open vraag
Lidwoorden
de kleine woorden voor een zelfstandig naamwoord:
de, het, een
Slide 13 - Tekstslide
Leg uit: een zelfstandig naamwoord
Slide 14 - Open vraag
zelfstandig naamwoorden
Slide 15 - Woordweb
Zelfstandig naamwoord
een mens, dier, ding of plant
je kan er een lidwoord voorzetten.
Slide 16 - Tekstslide
Leg uit: een werkwoord
Slide 17 - Open vraag
werkwoorden
Slide 18 - Woordweb
Werkwoorden
Doewoord, deze woorden kunnen veranderen afhankelijk over wie het gaat. Je kan er "ik, hij, wij, zij, jullie" voor zetten.
Slide 19 - Tekstslide
Leg uit: een bijvoeglijke naamwoord
Slide 20 - Open vraag
bijvoeglijke naamwoorden
Slide 21 - Woordweb
Bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over een zelfstandig naamwoord,
daardoor wordt het duidelijker.
Slide 22 - Tekstslide
Lidwoorden
de kleine woorden voor een zelfstandig naamwoord:
de, het, een
Slide 23 - Tekstslide
Zelfstandig naamwoord
een mens, dier, ding of plant
je kan er een lidwoord voorzetten.
Slide 24 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over een zelfstandig naamwoord,
daardoor wordt het duidelijker.
Slide 25 - Tekstslide
Werkwoorden
Doewoord, deze woorden kunnen veranderen afhankelijk over wie het gaat. Je kan er "ik, hij, wij, zij, jullie" voor zetten.
Slide 26 - Tekstslide
succes
tot zo
Slide 27 - Tekstslide
Missies naar Mars
Is er leven (geweest) op Mars? In Amerika, China en de Verenigde Arabische Emiraten willen ze deze vraag graag beantwoorden. Daarom stuurden ze elk een ruimtetuig naar de rode planeet. De Amerikanen stuurden zelfs een kleine drone mee. Alles alles goed gaat, vliegt die straks over het oppervlak van Mars.