-heid, -nis, -schap: ijdelheid, kennis, zwangerschap
-de, -te: liefde, leegte
-ij, - erij, -arij, -enij, -ernij: voogdij, bakkerij, woestenarij, razernij
-ing, -st: (achter een werkwoordstam) wandeling, winst
-ie, -tie, -sie, -logie, -sofie: familie, vakantie, visie, biologie
-iek, -ica: muziek, logica
-theek, -teit, -iteit: biobliotheek, puberteit, stabiliteit
- tuur, -suur: natuur, censuur
-ade, -ide, -ode, -ude: tirade, periode, attitude
-ine, -se, -age: discipline, analyse, bagage
-sis, -tis, -xis: crisis, bronchitis, syntaxis