Introductie les H4 stoffen

 H4 stoffen
VT-4
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 H4 stoffen
VT-4

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
* VT-4 datum: 28 jan
  • Starten met H4 
  • 4.1 + 4.2 behandelen
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

SE-7
Het laatste SE van leerjaar 3!

H4 & H7: Stoffen en materialen.
90 minuten en telt 10 x mee

Slide 3 - Tekstslide

H4 stoffen onderwerpen
4.1: Stofeigenschappen
4.2: Smeltpunt en kookpunt
4.3: Veilig werken met stoffen
4.4: Chemische reacties

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag 4.1 stofeigenschappen!
4.1.1 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof.
4.1.2 Je kunt met voorbeelden toelichten hoe je stoffen van elkaar kunt scheiden.
4.1.3 Je kunt beschrijven wat er met de moleculen gebeurt als je een stof zuivert.
4.1.4 Je kunt vijf stofeigenschappen noemen en stoffen daarmee van elkaar onderscheiden.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel?

Slide 6 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels

Zuivere stof: Stof die slechts uit één soort molecuul bestaat.

Mengsel: Stof die uit meerdere soorten moleculen bestaat.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide


Oplossing
  • Oplossing: wanneer een stof oplost in een oplosmiddel (meestal water)
  • Een oplossing is altijd helder: je kan er doorheen kijken 
  • Een oplossing kan kleurloos of gekleurd zijn



Suspensie
  • Suspensie: kleine vaste stofjes die zweven in een vloeistof. 
  • Een suspensie is troebel: ondoorzichtig, je kan er niet doorheen kijken. 
  • Een suspensie kan wit of gekleurd zijn.​


Mengsels

Slide 10 - Tekstslide

waar of niet waar?
1. Een zuivere stof bestaat uit meerdere stoffen
2. Kraanwater is een mengsel
3. Verf is een oplossing
4. Koffie is een oplossing
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

Stoffen scheiden
Om uit een mengsel te scheiden, kun je scheidingsmethoden toepassen. 

Leerjaar 1: Extraheren en filtreren. 

Nu ook indampen!

Slide 12 - Tekstslide

Scheidingsmethoden
scheiden van stoffen door oplossen van kleur- geur- en smaakstoffen
  • extraheren

stoffen scheiden d.m.v. een filter o.b.v deeltjesgrootte
  • filtreren

een vaste stof wordt uit een vloeistof scheiden door de vloeistof te laten verdampen
  • indampen 


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Filtreren
Filtreren: 
Scheidingsmethode om een vaste stof te scheiden van een vloeistof.


Slide 15 - Tekstslide

Indampen

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn stofeigenschappen?
En welke ken je er nog?

Slide 17 - Tekstslide

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume
  • Dikte

Slide 18 - Tekstslide

Lees zelf eigenschappen vaststellen.


Wat wordt er nog meer genoemd in de tekst?

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Lees zelf 4.1 door. 

Maak de volgende opgaves:
1 tot en met 7 behalve 3. 

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen 4.2
4.2.1 Je kunt stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur.
4.2.2 Je kunt toelichten dat het woord ‘damp’ dezelfde fase aanduidt als het woord ‘gas’.
4.2.3 Je kunt het kookpunt en smeltpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.
4.2.4 Je kunt beschrijven wat er in een vloeistof gebeurt als de stof aan het koken is.
4.2.5 Je kunt uitleggen waarom je bij het kookpunt ook de luchtdruk moet vermelden.

Slide 21 - Tekstslide

Welke 3 fases van een stof kennen we?

Slide 22 - Tekstslide

Fases
Vast
Vloeibaar
Gas

Een stof die snel verdampt noemen we vluchtig!


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Kookpunt en luchtdruk
  •  Hoe hoger de luchtdruk, des te hoger het kookpunt.

  • Dat komt doordat er zich minder gemakkelijk dampbellen vormen als de druk op de vloeistof groter is.

  • Meestal wordt het kookpunt van een stof opgegeven bij een ‘standaard’ luchtdruk van 1000 mbar (100 kPa).

Slide 26 - Tekstslide

4.2 Kookpunt en smeltpunt

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Oefening
In tabel 1 staan enkele stoffen en de bijbehorende smelt- en kookpunten.

Welke stoffen zijn gasvormig bij 20 °C?


Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag
Lees zelf 4.1 & 4.2 door. 
Maak de volgende opgaves:
4.1: 1 tot en met 7 behalve 3. 
4.2: 1, 3, 4, 6 en 9 

Slide 30 - Tekstslide