Blok 4 - Grammatica - Les 4

Grammatica blok 4
Wat gaan we doen vandaag?

Herhaling vragend voornaamwoord.
Herhaling bezittelijk voornaamwoord.

Nieuwe woordsoorten: aanwijzend voornaamwoord en betrekkelijk voornaamwoord.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica blok 4
Wat gaan we doen vandaag?

Herhaling vragend voornaamwoord.
Herhaling bezittelijk voornaamwoord.

Nieuwe woordsoorten: aanwijzend voornaamwoord en betrekkelijk voornaamwoord.

Slide 1 - Tekstslide

Vragend vnw.

Hoeveel uur hebben we vandaag?

Slide 2 - Open vraag

Vragend vnw.

Welke dagen moet je paardrijden?

Slide 3 - Open vraag

Bezittelijk vnw.

Ik heb jouw spullen meegenomen!

Slide 4 - Open vraag

Bezittelijk vnw.

De uitleg van de leraren is beter dan de uwe.

Slide 5 - Open vraag

Bezittelijk vnw.

We betalen hem met jullie geld.

Slide 6 - Open vraag

Aanwijzend voornaamwoord
Wijst iets of iemand aan.

Kijk, zie je die luchtballon?

Dit, dat, deze en die.

Slide 7 - Tekstslide

Het aanwijzend voornaamwoord
Aanw. vnw
De-woord
Het-woord
Dichtbij
deze
dit
Ver weg
die
dat

Slide 8 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord
De vrouw die daar loopt, is mijn buurvrouw.
Het spel dat ik voor mijn verjaardag kreeg, is spannend.

De betrekkelijk voornaamwoorden zijn 'die' en 'dat'.

Let dus goed op! 'Die' en 'dat' kunnen zowel aanwijzend als betrekkelijk voornaamwoord zijn!

Slide 9 - Tekstslide

Zelf werken
Opdracht 11, 12, 14.

Eerder klaar? Maak opdracht 15.

Eind van de les: nakijken. 

Slide 10 - Tekstslide